Het waait, toch lijkt het alsof niets beweegt. Behalve Lucy die naast me nog een keer het duin af koprolt, behalve Pien’s haren die omhoog zweven terwijl ze over het lege strand rent. Het water is donkerblauw, de lucht veel lichter, in de verte grijze wolken in aantocht om de dag te bedekken. Straks. Nu nog niet.
In de vroege ochtendzon dwalen we bij de zee, zoeken schelpen, vinden heremietkreeftjes, tekenen in het zand, plukken bloemetjes die op het strand groeien (!) en springen over de golven. We kijken naar de eindeloze wereld die pas ophoudt waar de lucht begint en andersom.
Straks gaan we terug naar de tent, aan de andere kant van het duin. Ontbijten, badpakken pakken, het eiland verkennen, spelletjes spelen, konijntjes zoeken en luisteren naar de golven in de verte. Straks. Nu zijn we hier. Alleen wij die bewegen in de verstildheid van de ochtend. Straks gaan we terug. Nu nog niet.
Heerlijk om te lezen, Saar! Je schrijft zo lekker ontspannen; of je voor je uit mijmert; of het geen enkele moeite kost. Zo knap!
Veel liefs van ons voor jullie.
Hansje.
Weer heel mooi, Saar!