Blog

lievelingsdingen

Op zoek naar iets anders bladerde ik vanmiddag langs wat lievelingsdingen: Groeten uit Zeeland: dichtbij de zee slapen, elke dag erheen dwalen, onderweg pasteltinten van winter die nog lang geen lente is maar wel zo voelt, zee die net zo groen is als de lucht, lucht die net zo blauw is als de zee, graanvelden en vuurtorens in de verte, wind, altijd wind, schelpen in je zak, naar de lucht kijken of juist naar de schaduwen op de grond van takken zonder bladeren, van meisjes die spelen, rennen naar het water en weer terug, altijd te laat, altijd natte voeten op de terugweg, katjes aan de bomen langs het schelpenpad, overal huisjes verscholen, uitslapen en dat dat lukt, boeken met zachte kaften en tijd om ze te lezen, dat iedereen er is, houten vloeren en een stapelbed, tekeningen van vuurtorens aan de muur, vogeltjes die heel hard fluiten, de ramen open, overal zand in het huisje waarvan we dromen dat het ooit van ons is.

Lees meer

Abonneer je op m'n blog

Enter your email address to subscribe to this blog and receive notifications of new posts by email.

Voeg je bij 1 andere abonnee

Zeven weken in twee zinnen

We dwalen in de tuin, plukken paardenbloemen, de appelboom groeit dapper door en op straat is het rustig, veel meer dan steppende kinderen, een watergevecht en boodschappenbezorgers gebeurt er niet, behalve vlaggen die wapperen, een buurvrouw vertelt over zoveel jaar geleden, we vieren vrijheid en verdwijnen weer in de dagen, allerlei dagen, dagen waar we in verdwalen, dagen die sneller gaan dan wij, dagen die stilstaan, we vergeten welke dag precies. We vegen de achtertuin, blazen paardenbloempluisjes voor de tuin van volgend jaar, de lucht is blauw, blijft maar blauw en helder en de maan, die kan je bijna aanraken, voelde nog nooit zo dichtbij en de zon, de zon schijnt al zeven weken.

Lees meer

Deze dagen

Wat ik wil bewaren als ik soms toch heel even de moed verlies is de zachtheid in jouw ogen de stilte van de nacht het zonlicht in hun haren en de wind die alles sust die de bloesem voor de ramen laat wegwaaien als confetti        door                   de                               lucht.

Lees meer

Dichterbij

We maken grote beslissingen die het leven verkleinen. Buiten is het stil, iedereen lijkt ver weg. Binnen zoeken we onze weg in de dagen, verdelen de ruimte, zetten de ramen open. We leren nieuwe dingen, in welke landen cacaobomen groeien, over mieren en hun voelsprieten en er is een liedje over de tafel van acht. We maken plannen om taarten te bakken, onmogelijke puzzels te maken, muren te verven. We zitten in de tuin of kijken naar buiten. De lucht is licht en blauw, de zon kruipt iedere dag wat hoger en wijst voorzichtig de weg naar de zomer waar we nu al naar verlangen. De magnolia bloeit, de boom in de achtertuin is bijna roze. Op de stoep voor het huis waait nog wat confetti van twee jarige lentemeisjes. Ze waren jariger dan ooit: binnen ballonnen, slingers, rode wangen en hele blije blauwe ogen. Buiten werd er in de vroege ochtendkou op de stoep voor ze gezongen, vlaggetjes op het raam geplakt, twee dagen lang lagen er steeds weer cadeautjes voor de deur, de brievenbus klepperde, vrolijke post met lieve woorden, de juffen en meesters zongen lang zal ze leven via een filmpje, zo veel berichtjes, we kregen bloemen en de allermooiste zelfgebakken taart. De slingers laten we nog even hangen. Buiten is het stil. Maar iedereen voelt dichterbij dan ooit.

Lees meer

Wat Leentje deed

Een van de leukste en onverwachte dingen bij het verschijnen van mijn boek is dat Pien en Lucy nu zelf alles kunnen lezen en dat ook heel vaak doen. Ze zoeken zichzelf in de verhalen, willen eruit voorlezen, verzamelen overal zachte dingen en denken mee over mooie titels en nieuwe gedichten. Nikki houdt het bij voorgelezen worden en als ze ergens mijn boek ziet liggen, zegt ze tevreden: 'mama, jouw boek. Echt heel mooi.' Betere recensies bestaan er niet. Het komt ook door het ontwerp dat ze het vaak oppakken en lezen. Het voelt zo zacht, het bladert zo makkelijk, het leest zo fijn. Ontwerper Leentje deed dat, zij zorgde voor de zachtheid die je echt kan voelen. En Leentje deed nog iets, de oplettende lezer heeft dat misschien wel gezien. Ze maakte alle tekst (het colofon, de bedankpagina) rondom de gedichten rood en de gedichten zelf hebben zwarte letters. Het was Leentje die ervoor koos om de drie namen die ik voorin het boek wilde zetten niet in het rood maar in het zwart te laten drukken. Leentje deed dat. Ze maakte van mijn drie lievelingsnamen mijn beste gedicht.    

Lees meer

Voor op een grijze dag

Ik zie een grijze lucht en wil er iets in schrijven iets in zetten dat blijft staan iets dat niet wegwaait nooit verdwijnt ik schrijf denk ik jouw naam.

Lees meer

Roep de wind

Zet de ramen open roep de wind fluister alles wat je wilt bewaren blaas het weg zwaai het uit kijk het na tot in de wolken voorbij de vogels op hun vlucht en voel dan de wind tegen je wang. Voor alles wat je wilt bewaren zet de ramen open roep de wind.

Lees meer

Zussen

Over zussen, heel dichtbij die ook niet alles weten een verjaardag kunnen vergeten of jij soms die van hen en dat dat dan niet geeft omdat er meer is dan die dag om een cadeautje voor te geven omdat er meer is om te vieren bijvoorbeeld dat je zussen hebt en dat ze er altijd zijn.

Lees meer

Liefdesliedje

Er waait een blaadje in je haar, zacht oranje tegen het blond van je krullen. Je schudt even met je hoofd en begint weer te zingen. Een liedje dat je zelf verzint, van alle woorden die je kent en het refrein bestaat uit onze namen. Ik luister hoe je ons steeds weer noemt, steeds weer vangt, in elk refrein opnieuw bewaart. Het maakt je dapper, zingen over wat je kent, waar je van houdt, hardop je naam te zeggen en bij wie je hoort. Ik luister hoe mijn naam klinkt in jouw stem. De wind trekt iets aan. Het ruikt ineens naar appeltjes, naar houtvuur. De lucht is blauwer, het licht is zachter. Alleen jij en ik en een liefdesliedje.     

Lees meer

Liever jou

Als ik wil schrijven schrijven, schrijven als ik wil schrijven over jou droom ik bladzijden vol zinnen en die vergeet ik net zo gauw. Als ik ga zitten met een pen met papier en alle tijd weet ik niet wat ik zeggen wilde alles, alles raak ik kwijt. Het blijft bij dromen dromen, dromen over woorden over zinnen die ik nooit echt onthoud maar misschien maakt dat niet uit want van alles dat ik bewaren wil houd ik toch liever jou.

Lees meer

Thuis

hoe het voelt als je je schoenen uittrekt, blote voeten op de houten vloer, je lach weerkaatst tegen muren vol tekeningen, bloemen van stiften in alle kleuren, muziek om op te dansen, mee te zingen in je eigen taal en straks de avondzon die door de ramen valt als je naar bed gaat, buiten de meeuwen hoog in de lucht, het geluid van de wind door de bomen achter het huis, binnen zusjes die je hand pakken, mompelen in hun slaap en morgen iemand die over je haren aait als je wakker wordt, luistert naar je dromen, je naam noemt, op je heeft gewacht.

Lees meer

La grande dame de Paris

Ik wist niet dat je kon huilen om een gebouw. Om zoveel vuur, rook, om de stenen die het niet meer hielden en instortten, ik wist niet dat ik zou moeten huilen om de Notre Dame. In de tijd dat we in Parijs woonden, zijn we er nooit in geweest, het is altijd zo druk op het plein aan de voorkant, we liepen liever langs de achterkant om de Seine over te steken. Daar dwaalden we langs de kades en zaten we op de bankjes onder de bomen en dan deden we niets, alleen maar kijken en zitten, zitten en kijken want dat was wat we daar deden. We gingen niet naar het Louvre, vergaten de Tuilerieen en onze Maria waar we soms een kaarsje brandden, stond niet in die grote drukke Notre Dame. Maar ze was er wel, die grote kathedraal, ze stond er altijd met die twee grote torens, kaarsrecht door de eeuwen heen, al die eindeloze tijd waar wij ook ooit even bij hoorden. Ze was er wel en gisteravond leek dat ineens voorbij. We zaten, we keken en dat was alles wat we deden.

Lees meer

Nikki snapt de wind

De bomen buigen diep, schaduwen van takken dansen op de gordijnen heen en weer. Je staat stil, kijkt omhoog, ziet vogels uit koers raken, je hoort het fluisteren, het brullen in de lucht. Je staat stil en kijkt, je zoekt, je zoekt de wind, overal of ergens. Je zoekt maar ziet hem nergens. Ik vertel je over de wind die je niet kan zien, zich voor eeuwig heeft verstopt en er toch altijd is. Je werpt voor de zekerheid nog een blik omhoog, dan kijk je me aan en knijp je je ogen een tijdje stijf dicht. Verstopt. Als ik jou niet zie, zie jij mij ook niet. Onzichtbaar, terwijl je er gewoon bent. Net als de wind.

Lees meer

Lucy knipt confetti

Lucy knipt confetti. Van stroken papier in felle kleuren maakt ze allerlei vormen. Als ze een hele berg heeft, stopt ze ze in een zelf gevouwen envelop met onze namen erop. Ik bedank haar met een kus. ‘Ik bewaar al jouw kusjes in mijn hersens, mam,’ zegt ze dan. 'En die van papa ook.’ Ze fronst haar wenkbrauwen erbij, alsof ze het een gekke gedachte vindt maar het toch echt zo is. Ik kijk naar haar zachte haren, naar haar wijze hoofd. Daar worden de kusjes van iedere dag bewaard naast de confetti die ze zelf bedenkt. Het lijkt me de perfecte plek.

Lees meer

Regen

Ik wens zomaar een dag een dag met open ramen losse haren in de wind zomaar een dag met oude briefjes waarop ik mijn naam in jouw handschrift vind. Ik wens zomaar een dag een dag met zachte dingen liedjes uit vergeten tijd zomaar een dag om te verdwalen samen voor heel even kwijt. Ik wens zomaar een dag een dag met regen en een paraplu.

Lees meer

Wachtwoord

Jouw naam is mijn wachtwoord stel dat ik die zou vergeten zou ik naar je kijken en zou ik het weer weten blijf je bij me voor eeuwig en altijd anders heeft het leven totaal geen zin zonder jou kan ik nergens in.

Lees meer

Windvlaag

Ik plak een hartje in je tas. Het lijkt gewoon een verdwaalde sticker maar jij weet dat het een berichtje is, iets zachts tegen het verdriet dat je soms voelt, de angst om alles te verliezen, alles waar je zo, zo veel van houdt. In jouw wijze lieve hart weet je al dat bij zoveel liefde ook zoveel schemer hoort, dat dingen zomaar voor altijd kunnen veranderen en dat je daar soms gewoon niets aan kunt doen. Je moet er van huilen, tranen zonder einde, verdriet om wat je niet begrijpt. Ik troost je, al begrijp ik het ook niet altijd allemaal. Daarom plak ik een sticker in je tas, aai ik je haren als je slaapt, blaas ik een kusje naar je wang. Jij weet dat het geen windvlaag is.

Lees meer

Souvenir

We waren in een huisje bij de vuurtoren bij de zee er zat een kikker in de douche we maakten heksensoepjes en de baby was ook mee de weg naar zee was hoog en laag er waren zachte duinen om op te klimmen en af te rollen we vonden schelpen stokken en veel zand we aten ijsjes in de regen dit is al weer zo lang geleden ik zit al weer op school maar thuis liggen mijn schelpen naast mijn bed en de kikker uit de douche.

Lees meer

Iemand zei

Iemand zei jij bent meer van de zee ik denk dat dat zo is meer van de zee dan van een ander ik ben een zee meer min.

Lees meer

Zomer in twee zinnen.

Het is de zomer die zo warm is, de vakantie waar we zo naar verlangd hebben en die meteen begint, de boottocht kort, het water blauw, zo blauw, het eiland vol schapen, halve schuren en een museum vol aangespoelde spullen en weggewaaide verhalen, zeventig televisies ooit overboord geslagen, in het zand gestrand naast een brief in een fles, een bericht van het vasteland, aan de zeehonden op de zandbanken verderop, wie leest de woorden aan hen voor? We dobberen op de golven, maken modder, spoelen aan, we spoelen honderd keren aan, zwemmen in het zoute water terwijl de zon erin verdwijnt, natte voeten in het zand, zand, overal zand waarin we schelpen vinden met gaten voor kettingen, we vangen krabbetjes in emmers, ze mogen niet mee naar huis, ze gaan terug de branding in en wij, wij ook.

Lees meer

Dag kleutertijd

Dag meisje op de vensterbank, je zwaait altijd zo lief. Je past precies, daar in het hoekje bij het raam, aan het begin van elke dag. Ik zwaai terug en kijk terwijl je het al niet meer ziet.  Dag meisje op de vensterbank, ik zal nog wel eens zwaaien, naar dat hoekje bij het raam, naar de kleuter van toen die je alleen vandaag nog bent.  Dag meisje op de vensterbank, de wereld wacht en jij, je past precies. 

Lees meer

Afstreeplijstje

Om dit weekend te verzamelen: * amandelkoekjes met abrikozenjam * zonnestralen in je bed * het geluid van de wind * gekleurde hagels in de yoghurt * platte perziken * ansichtkaarten uit verre landen of juist van heel dichtbij * dromen waarin alles kan * zout in je haar * vergeten tijd * frambozentaart * zomerpudding * madeliefjes om te plukken * liedjes die je hart bewegen * de maan overdag zien * zachte handen om vast te houden * het gevoel van de schemer * de stilte van de nacht * regen op je huid * de geur van houtvuur * iemand om naast te zitten

Lees meer

Gastenboek

Op reis branden we kaarsjes. In verlaten kerkjes bij één afgebladderd beeld in het schemerdonker of  juist in grote kerken waar je kan kiezen bij wie je terecht wilt. Sint Antonius voor verloren zaken, Catharina tegen hoofdpijn, Maria voor en tegen alles. We branden kaarsjes voor wie en wat er in ons hart zit, voor de zachtheid en stilte die dan heel even overnemen. Bij de Maria in een van de kerkjes waar we ooit binnen dwaalden, lag een schrift met een pen. Een soort gastenboek aan de blote voeten van de heilige maagd, volgeschreven met berichtjes en bedankjes, met diepste wensen, verdriet en zorgen. Maar bovenal volgeschreven met liefde, liefde en vertrouwen in die dame die daar zo stil over de kerkbanken tuurde. Wij hadden ons kaarsje al aangestoken, maar voor al die handschriften, al die woorden, brandden we er nog een. Voor al die mensen die daar ook hadden gestaan en hun hart heel even bij hun Maria hadden gelegd. Voor het lichtblauw van haar mantel tegen het donkerblauw van al die harten. Voor al die liefde. Dat ene kaarsje maakt misschien net het verschil.

Lees meer

Wiegeliedje

In je hart wonen de wilde dieren. Aapjes klimmen door je dromen, kleurige vogeltjes landen op neushoorns, de luipaard ligt op zijn rots, alleen zijn staart beweegt, zachtjes, heen en weer. Er lopen zebra’s, overal zwart en wit, wit en zwart, overal, zacht en wit. Giraffen gluren door de bladeren, in de verte brult een leeuw. De gnoes houden de wacht, hun silhouetten strak en zwart tegen de horizon. In je hart woont de liefde. Kinderen springen door je dromen, zwemmen in de rivier, zoeken sporen in het rode zand. Er zijn warme armen om in te verdwijnen, hagedissen om te vangen, wolken om eindeloos naar te kijken, kleuren waarvan je niet weet hoe ze zouden moeten heten. Er is licht van goud, er is liefde dichtbij, er is niemand niet in dit land zo ver weg. De maan komt op, geeft licht, de nacht zo helder en straks, als iedereen slaapt, zo stil. Slaap zacht, klein meisje, op de rug van je vader, in de armen van je oma. Slaap zacht en zwaai naar de wilde dieren. Je dromen vertellen de verhalen van je hart.                

Lees meer

Jarig*)

* Als de zon schijnt en je hebt confetti in je haren, een rok met kraaltjes om te zwieren, een huis met slingers aan de muur * Als er taart is en ballonnen, vrolijke post, familie met cadeautjes en knakworstjes op brood * Als je de mooiste fiets uit de rij hebt gekregen en de beste tekening van je zus, de schommels niet bezet zijn en de pannenkoeken belegd met aardbeien * Als er pudding toe is en je met vieze voeten en rode wangen in slaap valt * Als we vieren dat je er bent, dat je bij ons hoort, als we alle dagen van je leven vieren * Als de dag van jou is.

Lees meer

Broekzakgesprek

Als ik zou passen in je broekzak, ging ik overal mee naartoe. Als je dan zou vallen en niemand zou het zien, zou ik zachtjes tegen je fluisteren: wees dapper houd moed ik zit in je broekzak dus alles komt wel goed.

Lees meer

Op woensdagmiddag

Ze zit op circusles. Aan het einde van de les mogen we komen kijken, iedere week vijf minuten op lage bankjes langs de muur. Zodra de muziek aan gaat, waan ik me in een klein theatertje aan de rand van een Frans dorpje, ergens tussen de lavendelvelden. Buiten is het zomer, in de verte ruist de wind in hoge bomen. Binnen maakt het gewone leven plaats voor verwondering, voor verbazing om wat je zomaar kan, balanceren op enorme ballen, fietsen op één wiel, ondersteboven in de gordijnen hangen met je armen los. Binnen vertraagt de tijd, we houden onze adem in, om de moed die we zien, om de durf die we voelen, om het theater waar we heel even bij horen. De muziek wordt zachter, de vijf minuten zijn voorbij. Ik ben weer in de gymzaal aan een druk kruispunt richting de stad in de regen. Dag Franse zomerwind. Tot volgende week.

Lees meer

De dingen die je weet

Stil zit ze naast me in de auto en kijkt naar buiten. Alleen haar vingers bewegen, op het ritme van de voorbij glijdende lichtjes gaan ze omhoog en omlaag. Ze telt lantaarnpalen. In haar hoofd raakt ze ze één voor één heel even aan. Iedere week dezelfde weg, iedere week evenveel vingers, evenveel lichtjes. Ze wil precies weten hoeveel ze er ziet. Ze houdt van dingen die ze kan weten, dat drie keer drie negen is, dat het licht van de maan van de zon komt, dat ze in de lente jarig is en dat er dan altijd aardbeien zijn. Ze houdt van dingen die gewoon zo zijn, die verschuiven niet, veranderen nooit. Ze geven je moed, kalmeren je hart, houden je rechtop als alles misschien wankelt. Als ik het even niet meer weet, kijk ik naar de maan en denk aan de zon. Ik denk aan drie keer drie is negen en droom van aardbeien in de lente. Ik tel de lichtjes onderweg naar huis. In haar handen zijn het er 54.

Lees meer

Door de ramen

Tegen de heuvel staat een huis. Er grazen ezeltjes op de helling, een kudde schapen holt rusteloos van het ene gras naar het andere. Paden vanuit de tuin verdwijnen via roestige hekken tussen de bomen, houden op, geven geen richting meer, laten je voor even verdwalen, verdwijnen. De weg terug is altijd hetzelfde, naar beneden, naar dat huis tegen de helling. Er is een zwembad verborgen achter een hekje dat heel goed dicht kan. Er zwerft een poes die dutjes doet onder de tafel op het terras. Er kakelen kippen die je mag voeren met alles wat je zelf niet meer eet. Er hangen binnen schilderijen, er staan boeken over dieren en ruimtereizen, er liggen spelletjes uit andere levens. Er zijn luiken voor de ramen die dicht kunnen, maar altijd open blijven. Zo kan je over de wereld kijken, vanaf de heuvel eindeloze velden zien, slingerende wegen, dorpjes dichtbij, steden in de verte aanwijzen. Je kan er in de wolken kijken, mist als druppels uiteen zien vallen, schaduwen volgen tot ze oplossen in de verte. Je kan de tijd zien verkleuren, de dag volgen tot voorbij de horizon, totdat de schemer landt. Zo kan je zien hoe de nacht de wereld bedekt. Op de helling van de heuvel staat een huis. Misschien gaan we er wel weer heen, alleen maar om door de ramen te kijken.

Lees meer

Voorbij

In de auto op weg terug naar huis moet ze huilen. Afscheid nemen van fijne dagen, van tijd, maakt haar verdrietig. Geluidloos glijden de tranen over haar zachte wangen, verdriet om de dingen die voorbij gaan. Ik troost haar en denk aan alle dagen die ik had willen houden, aan al die verstreken tijd. Voorbije dagen, verloren namen, al ben je ze niet kwijt. Ze zitten in de wind die van zee komt, in verse sneeuw die kraakt onder je voeten. In zeesterren en zandkastelen, in het winterkoninkje in de tuin, in vergeten liedjes die opeens op de radio zijn. Ze zitten in de avondzon, in de mist en de verkleurde confetti onder de kast. Ze liggen op de bospaadjes waar we renden, in de verhalen die we samen lazen en in de verre landen waar we ooit waren. Dingen die voorbij gaan vind je overal terug. Dat vertel ik haar. Dat alles waar ze nu om huilt, voor altijd in haar hart zit. Ze kan er dus altijd bij. Ze lacht, door haar tranen heen. Buiten komt de wind van zee.

Lees meer

Engel

Er fietst een jongetje voorbij. Met luide stem  en lange uithalen zingt hij het Gloria, hij slingert met zijn fiets op de melodie.  Het is al donker, er is niemand op straat op de avond voordat de winter begint. Alleen hij en de wereld, alleen de wereld en hij. En ik. Als hij me ziet, stopt hij abrupt met zingen. Een betrapte glimlach verschijnt op zijn gezicht. Dan haalt hij diep adem en begint weer. Glooooriaaaa. Nog harder dan daarnet. Ik luister hoe de heldere klanken van zijn stem weerkaatsen tegen de stille huizen om ons heen. Ik luister en alles lijkt te vertragen. Alsof niet alleen ik, maar de hele wereld even tot stilstand komt en meeluistert naar dit lied, zo gezongen alsof er niemand luistert. Ineens weet ik weer dat dát is hoe je moet zingen. Alsof er niemand luistert. Hoe je moet dansen, alsof er niemand kijkt. Hoe je moet leven, alsof je ertoe doet. Want dat doe je. Als hij de hoek om is, blijf ik nog even staan. Steeds zachter klinkt zijn stem, het lied steeds verder weg. Er echoot een gloria in mijn oren, de huizen galmen nog wat na. Er fietste net een engel voorbij, een engel met een boodschap. Zomaar in de winternacht. Soms heb je geluk.

Lees meer

Zij en ik

Ze zwaait naar de regen, voelt de wind op haar wangen, met haar ogen dicht. Ze danst als ze muziek hoort, wiebelt zachtjes mee, klapt in haar handen. Ze kijkt naar de dingen, voelt de wereld, verdwijnt in mijn armen, slaapt. Zij zwaaien naar mij, rennen door de regen, wangen in de wind. Ze dansen, draaien rondjes, eindeloze rondjes. Ze leren over de dingen, zien de wereld, verdwijnen in verhalen, en soms nog in mijn armen, slapen. En ik, ik kijk naar buiten, zwaai terug, neurie een liedje, vertel over de dingen, verdwijn in hun verhalen, houd hen in mijn handen en waak.

Lees meer

Kusje

Ik heb heel veel schelpen, dus ik heb heel veel zee. Dat zachte ruisen in mijn oor, het zijn de golven die ik hoor. Ik heb een schelp in iedere zak, de zee gaat altijd mee. Het is net als met een kusje, op je hoofd tegen verdriet. De pijn verdwijnt, het gaat wel weer, dat lukt een pleister niet. Of als een kaarsje dat je brandt, voor iemand die je mist. Die is ineens even dichtbij, alsof de dood zich heeft vergist. Misschien is het allemaal niet echt, maar wie zegt dat dat niet mag? In je hart kan alles. Anders is een grijze dag gewoon een grijze dag.

Lees meer

Eiland

Met zakken vol zand en schelpen komen we terug. Het zwijgende licht van de vuurtoren glijdt langs de binnenkant van onze ogen als we slapen. In de verte klinken kinderstemmen, paardenhoeven, gegiechel in de nacht. In onze slapende hoofden wapperen kleurige vliegerstrepen in de lucht, verdwijnen schepen in de mist op zee. Blote benen rennen door het water, een baby slaapt in de wind, er schijnt een rode zon op paden vol zand. In onze dromen ademen we op het ritme van de wind, altijd de wind, overal wind. Het duingras wuift ons na, uit, er klappert een hekje, het hekje van het huisje waar we niet langer zijn. We slapen, overal is de zee. We slapen en zijn op het eiland.

Lees meer

Liefde

Jij bent vroeger, later, morgen, jij bent gisteren en vandaag. Jij bent croissantjes bij de koffie als ik er niet om vraag. Jij bent samen liedjes zingen, blote voeten in het zand. Jij bent de avond en de maan, jij bent wij samen hand in hand. Jij bent twee paar nieuwe schoenen, een pen die het weer doet. Jij bent regen die toch ophoudt, jij bent alles dat niet moet. Jij past in mijn jaszak of was het andersom? Jij bent het midden van de zin waar ik ooit aan begon. Jij bent geneurie in de verte, de zomer in een boek. Jij bent de zee dichtbij en het laatste stukje boterkoek. O nee. Jij mág het laatste stukje boterkoek.  

Lees meer

Appelboom

Als het begint te waaien, denk ik aan het bos in onze achtertuin. Het staat er niet maar het is er wel. Verstopt in de aarde tussen het wilde gras liggen eindeloos veel eikeltjes, los gewaaid, weggevlogen, klaar om te groeien en samen een bos te worden op het vierkante stukje grond achter ons huis. Als het begint te waaien, hoor ik ze stuiteren op het dak van het schuurtje, hoor ik ze zachtjes landen op de natte grond. Het geluid van ons toekomstige bos, gekregen van de wind. Bomen alleen voor ons om tussen te verdwalen, takken om slingers aan te hangen en lampjes tussen de bladeren te schuiven, stammen om verstoppertje achter te spelen. Ons eigen bos, gewoon in de achtertuin. Als het begint te waaien, denk ik aan dat bos. Ik kijk naar buiten naar de eenzame appelboom op het gras tussen al die weggewaaide eikels. Een kleine boom zo sterk en dapper als het meisje waarvoor we hem cadeau kregen. Het meisje dat alles al had, behalve een appelboom. Als het niet meer waait, ruim ik de eikeltjes op. Toch maar geen bos in de achtertuin. We hebben een appelboom waar straks slingers aan de takken passen, lampjes tussen de bladeren kunnen en waar je eindeloos rondjes om heen kunt rennen. Als je lang genoeg rent, is dat bijna hetzelfde als verdwalen. En als we geluk hebben, vallen er ooit appeltjes in het herfstgras. Appels voor de baby van toen, het meisje van straks. Eén boom maakt geen bos. Maar appeltaart is lekkerder dan eikeltaart.

Lees meer

Regenboog

Op een grijze zaterdagochtend vinden we een regenboog, zomaar op de grond. Zachte kleuren drijven op een plas regenwater, aan elkaar geplakte pasteltinten deinen heen en weer op het donkere oppervlak. Stralende ogen, wie vindt er nou een regenboog terwijl het niet eens regent, terwijl de zon niet schijnt. Wie vindt er nou een regenboog op de grond? Ze willen de kleuren opvissen, met zachte handen in hun jaszak doen en meenemen naar huis. Voor aan de muur of in een doosje op de kast. Maar regenbogen laten zich niet vangen en bewaren. Ze passen niet onder een magneetje op de ijskast of met plakbandjes boven je bed. Ze kunnen niet in doosjes om af en toe in te gluren. Ze passen in je ogen, precies zoals je ze ziet. Ze passen in je dromen, precies zoals je ze zag, in de lucht van de herfst, in de bellen die je blaast, in de druppels van opspattende golven, zelfs in modderplassen met motorolie op een grijze zaterdagochtend. Wie regenbogen in zijn hoofd heeft, heeft geen doosjes nodig. Die bewaart ze overal.

Lees meer

Als we slapen

Tussen vandaag en morgen ligt een eiland van geluk, een horizon zonder einde, vliegt een vogel uit het zicht. Tussen vandaag en morgen, lig ik naast jou te dromen, dat we dansen, samen dansen in de wind, dat we zingen, zonder woorden, terwijl de golven klinken alsof het nog zomer is. Tussen vandaag en morgen liggen jij en ik te dromen onder een omgekeerde hemel waarin zonlicht sterren op het water maakt. p.s. de foto is niet van mij, ik vond hem ooit online en weet niet wie dit zo mooi vastlegde dat ik erover wilde schrijven.

Lees meer

Zomer

Dag vlinders op mijn armen, aardbeien in jouw hand, dag zee in jullie ogen. Dag meisjes op het strand. Dag roze lucht, wind die bleef waaien dag alle dagen ijs. Dag natte haren, rode wangen, dag allemaal op reis. Dag heuvels in de verte, abrikozen voor de taart, dag caramel voor onderweg, dag leven in een ansichtkaart. Dag blote voeten, vieze handen, dag schrammen van de bramenpluk, dag Maria langs de wegen, dag zelfgemaakt geluk. Dag slaperige dagen, dag dagen zonder tijd. Dag zachte zomer vol met liefde. Ik ben mijn slippers kwijt.

Lees meer

Zomers allang voorbij

Onderweg. Plaatsnamen flitsen als herinneringen voorbij. Herinneringen aan zomers van lang geleden, vakanties als deze, geen school, geen werk, geen tijd. Vakanties met z'n zessen waarin ik met mijn zussen speelde, steentjes keilde in riviertjes achter de tent, eindeloze zomerdagen waarin Orangina en Hollywoodkauwgom nog exotisch waren. De namen op de borden langs de weg zijn klanken uit het verleden, ik denk aan de yoghurtjes, Madeleines, espadrilles, stokbrood met Nutella en croissantjes in vloeipapier. Aan de wandelingen die altijd te lang leken te duren, de plak ham op de barbecue en de boekenkoffer waaruit we buiten lazen tot het te donker werd. Ik zie de vlaggetjes bij de tent en de taart van de patissier die ik mocht uitzoeken voor mijn verjaardag. De borden onderweg zingen over mooie zomers allang voorbij. Onderweg. Op de achterbank zitten zusjes en in de achterbak liggen yoghurtjes, Madeleines, stokbrood en croissantjes gewikkeld in vloeipapier. We hebben boeken genoeg en morgen maken we een wandeling die vast net iets te lang duurt. De Franse plaatsnamen zingen over mooie zomers die zich herhalen.

Lees meer

Liefde

Pien schrijft onze namen op de tegels van het terras. Na het eten, met roze stoepkrijt, haar haren los, de letters zo zwierig in haar pas verworven handschrift. Ze tekent er een hartje onder, een paar tegels verderop. Ik wil er een foto van maken, van Pien terwijl ze schrijft, van onze namen op de stenen, aan elkaar geschreven door haar hand. Maar de regen komt. Dikke druppels over de tegels, dikke druppels over de letters op het terras. Water uit de hemel dat onze namen wegspoelt. Alleen het hartje blijft. Een roze vlek op het terras, doelloos op de stenen zonder de letters die erboven stonden. Een verdwaalde vlek waar alleen ik een meisje met losse haren en vijf namen op een zomeravond in zie. Gemorst roze van aan elkaar geschreven liefde.

Lees meer

Een stille dag

Ik hoor gerinkel, belletjes die zachtjes heen en weer bewegen door getrappel van babyvoetjes. De ramen staan open, maar de zon laat zich niet zien. Ik voel de wind die van zee komt. Het is een grijze dag, een dag waarin ik denk aan dingen die voorbij gaan, aan dingen waar ik stil van word, de woorden niet voor vind. Het is een dag voor blote voeten, voor dansen in de kamer, voor spelletjes in de middag. Voor oude disneyfilms, bloemenjurken en regen die niet komt. Een dag voor schone was en warme plakhandjes die ik extra lang vasthoud in de mijne. Ik hoor het weer, belletjes die zachtjes rinkelen. Door het raam zie ik een vlinder in de tuin en de weerspiegeling van twee bloemenmeisjes op de bank. Ernst is onderweg en op tafel valt toch nog wat avondzon. Een stille dag, maar wel met mooie dingen.

Lees meer

Ga je mee?

Ga je mee? Dan halen we aardbeienbolletjes en gaan we naar het bos. Het bos waar altijd blaadjes waaien, waar zonlicht vlekken op het water maakt. Het bos met bruggetjes om op te stampen en paadjes om op te verdwalen. Ga je mee? Dan zoeken we een plekje, picknicken in het gras, dan kijken we naar vogeltjes die dansen in de lucht en luisteren naar muziek vanuit de verte, zoeken naar de schommels ergens bij het water. Ga je mee? Dan lopen we, zomaar een kant op, altijd de goede, samen zwerven zonder tijd. Ga je mee, zometeen, zonder zorgen, alleen zon en schaduw, zachte wind op onze huid. Ga je mee? Ik heb aardbeienbolletjes. En een bos, aan het einde van de straat.

Lees meer

Lucy

Jij bent Lucy. Jij bent het meisje dat vijf jaar geleden geboren werd, op een zomerse maandagochtend in mei. Het meisje met de helderblauwe ogen, de eigenwijze sterke ziel en de allerzachtste kusjes. Jij bent het meisje dat het liefst de hele dag met water speelt en moddersoepjes maakt, uitgebreid baddert en tien minuten later weer verf en zand in je haren en oren hebt. Het meisje dat zo van de zee houdt, van de golven waar je vandaan blijft rennen alsof er geen tijd bestaat, geen wereld om je heen, alleen jij en het water, alleen jij en de zee. Jij bent het meisje dat zich afvraagt waarom alle dagen van de week een naam hebben of hoe Nikki weet dat zij Nikki heet. Jij rimpelt je voorhoofd als je nadenkt en komt zelf met de antwoorden. Jij bent het meisje met het dappere hart en het heldere hoofd, het meisje met die zachte haren waar ik zo vaak over schrijf. Jij bent wie ik soms zou willen zijn. Jij bent het zusje dat het liefst met Pien speelt, haar aait als ze gevallen is. Jij bent de zus die het liefst bij Nikki is, zachtjes voor haar begint te zingen als ze plotseling moet huilen. Jij bent allebei. Jij bent Lucy, ons meisje. Jij maakt de leukste grapjes. Als jij schaterlacht, zingt mijn hart.

Lees meer

Eiland

Het eiland druipt na van de regen van gisteren en vannacht. Druppels waaien uit de bomen, plaatselijke buitjes in de tuinen en onderweg. Met de auto dwalen we over slingerende dijken, de bermen vol koolzaad dat felgeel afsteekt tegen de grijze lucht. We komen langs fruitbomen vol lente en eindeloze aardappelvelden, ik voel de zee in de verte, zie de vuurtoren in de mist. Op de achterbank spelen twee meisjes bingo, ze moeten nog een tractor en een vogelverschrikker vinden, streepten de vuurtoren net van de kaart. Het meisje ernaast ligt te slapen, misschien droomt ze van regenbogen en vuurtorens in de mist. Of van volle bingokaarten. We rijden langs de fietspaden die Ernst vroeger nam op weg naar school. Ik kijk naar de wegen, glimmend van de regen, naar de dijkjes waar hij zo vaak heeft gereden voordat ik hem kende. Ik kijk naar het eindeloze land en de lucht om me heen die door hem ook voor mij vertrouwd zijn. En dan kijk ik achterom. Drie lentemeisjes op de achterbank, die we samen hier naartoe brachten, naar dit eiland aan de zee waar hun vader werd geboren op de eerste dag van een winter lang geleden. Door de achterruit zie ik dat het buiten sneeuwt. Een windvlaag vol bloesemblaadjes.

Lees meer

Gedichtje

Ze ruikt naar de lente die ze bracht, naar de witte magnolia die begon te bloeien op de dag dat we haar meenamen naar huis, ons huis, haar huis. Ze ruikt naar schone was en zachte dekens, naar regen op een warme zomeravond, naar vers geroosterd brood op een doordeweekse ochtend. In haar ademhaling hoor ik het ruisen van de zee, het waaien van de herfstwind, geneurie in de verte. Als ik naar haar luister, hoor ik de lievelingsliedjes van mijn hart. In haar ogen zie ik haar zussen, zie ik hun vader, zie ik de maan die er is als we samen met haar wakker worden. In haar ogen zie ik vrolijke staartjes die wapperen in de wind, zie ik leven, zie ik liefde. Als ik naar haar kijk, zie ik alles, alles waar ik zo veel van houd.

Lees meer

Nikki

Er vallen zonnestralen door het raam de douche in. Het water licht op, gouden druppels die langs me heen naar beneden glijden. Gouden spatjes geluk die aan me blijven plakken in deze eerste dagen van vier naar vijf. Op dinsdagavond waren we nog even samen bij de zee, op woensdagochtend was alles anders. In alle vroegte werd er een meisje geboren, zo zacht, zo rond en zo, zo mooi. Buiten kleurde de hemel roze, alsof iedereen het ineens mocht weten: het is een dochter, een zusje, een meisje voor ons erbij. Nu leven we de dagen waarin opeens drie meisjes passen in plaats van twee, dagen met de gordijnen dicht en de verwarming net iets te hoog. Dagen vol liefde, zachte dekentjes, te weinig slaap en grote zussen die helpen.  Dagen vol aaibaar geluk, groot geluk dat in een heel klein meisje past. Vanmiddag gingen we even wandelen, drie zusjes, en ik erachteraan. De zon was weg, verdwenen achter de grijze wolken. Geen zonnestralen. Maar alles leek van goud.  

Lees meer

Pien

De weken worden dagen. Het duurt nog heel even, niet zo lang meer en dan wordt alles anders. We wachten geduldig en in die stilte voor de storm vieren we de lente van zeven jaar geleden. De dag dat de Franse vogeltjes net iets harder zongen omdat er aan de overkant van de Seine een klein Nederlands meisje werd geboren en voor het eerst in de armen van haar vader in slaap viel. Als ze bijna zeven jaar later naar school loopt (stuitert) in haar mooiste jurk, met een tas vol lekkers en een bloem in haar haren, schijnt de zon. De lucht is net zo blauw als toen, op die dinsdagochtend in Parijs, ergens voorbij de Eiffeltoren. Net zo blauw als haar ogen, waar we toen voor het eerst in keken. Terwijl de weken zachtjes dagen worden, vieren we eerst feest voor haar, ons meisje met een hart vol liefde en een hoofd vol verhalen. Het meisje wiens wangen zelfs kunnen stralen. Vandaag en morgen én overmorgen vieren we zeven jaar Pien!

Lees meer

Onderweg

Als de ene zus zingt en de andere lacht, voel ik je bewegen. Als Lucy met haar hoofd op mijn buik ligt of Pien er zachtjes met haar hand over aait, wiebel je met je benen of je armen terug. Alsof je er al bent, heel dichtbij, terwijl je nog onderweg bent. Je hoort de verhalen die ik voorlees, de grapjes van papa, de lach van Pien en de liedjes van Lucy. Jij bent nog weken bij ons vandaan, maar kent ons al beter dan wij jou. Wij weten alleen maar dat je bij ons hoort, we weten dat we ons verheugen en op je wachten. Tot het zover is, kan ik me alleen maar om je heen vouwen en je overal mee naartoe nemen. Ik kan alleen maar zorgen dat je straks stevig landt in je eigen leven, dat je hart sterk en je geest zacht kunnen blijven in de wereld om je heen. Ik kan alleen maar zorgen dat je weet dat je nooit alleen bent, ook al zul je je misschien wel eens zo voelen. Omdat het leven soms zo is. Maar als de ene zus zingt en de andere lacht, weet jij dat het wel goed komt. Dan dans je even mee, al ben je nog onderweg. Want met liedjes en liefde komen we een heel eind. En dat weet jij allang.

Lees meer

Zondag

Zondag, hoofdpijn. Ik lig op de bank met mijn ogen dicht en luister naar de wereld om me heen. Ik hoor de geluiden van ons huis, het gesabbel van de vissen die altijd honger lijken te hebben, het gezang van een vogeltje buiten in de boom die ieder jaar roze bloeit, midden in de winter. Ik hoor het geschuif van de kralen die onder Lucy’s handen aan tafel een bloem in alle kleuren vormen. Met mijn ogen dicht zie ik een plukje zacht haar dat achter haar oor vandaan glijdt, haar geconcentreerde blik, hoe ze maar half op haar stoel zit en half ernaast hangt, hoe haar handen trefzeker heen en weer gaan om dat mooie te maken dat ze in haar hoofd al zo duidelijk voor zich ziet. Boven hoor ik Pien zachtjes neuriën. Ze zoekt haar schoenen op haar kamer terwijl haar handen de medaille om haar nek steeds even aanraken. De medaille voor zwemdiploma A, ze voelt zich zo trots en zo sterk dat zelfs haar wangen stralen, ze voelt zich alles dat ik haar voor iedere dag toewens. In de verte hoor ik het druppen van wanten die op de verwarming liggen te drogen, nog steeds nat van de zeesterren die we op het winterse strand vonden en terug naar de zee brachten. Dichterbij hoor ik Ernst bij de open haard houtblokken stapelen en ik denk aan de sneeuwvlokken die we samen in het donker zagen vallen. Geruisloos vielen ze naar beneden en maakten de wereld stil en wit in het licht van de kerstlampjes, die we iedere dag toch nog weer een dag laten hangen. Met mijn ogen dicht op de bank luister ik naar de baby in mijn buik, die koppeltje duikt zonder dat iemand hem of haar hoort. Zacht gedraai en getrappel onder mijn handen, nieuw leven onderweg naar ons toe. Nieuw leven met hopelijk eindeloos veel vogeltjes in roze winterbomen, kralen voor mooie dingen in je hoofd, geneurie om medailles, zeesterren op het strand in de winter, sneeuw om samen naar te kijken en lampjes in het donker. Als ik mijn ogen opendoe, doet mijn hoofd al minder pijn.  

Lees meer

Letters

Het is uitverkoop. Bij het schap met chocoladeletters - 25% korting op het hele alfabet- staat een mevrouw met de letter R in haar handen. Een R van pure chocolade. Ze staart naar de verpakking. Boodschapende mensen haasten zich langs haar heen, wringen zich een weg naar de kassa. Zij is de stilte in de kolkende zaterdagmiddagmassa.  Aan haar voeten staat een leeg winkelmandje, in de zak van haar nette jas zit vast een boodschappenlijstje. Maar ze blijft maar kijken naar de letter in haar handen. Alsof ze zomaar tijdens de dagelijkse dingen overvallen is, door het begin van de naam van iemand waar ze van houdt. Iemand die ze mist. Alsof diegene ineens heel dichtbij is, nu ze zijn voorletter vast kan houden. Zomaar ineens. Ze staat stil en houdt vast alsof ze nooit meer los wil laten. Ik sta ook stil en kijk naar haar, daar bij dat rommelige schap met al die letters. Losse letters in de uitverkoop. Letters die namen vormen, de namen van mensen van wie we houden. Namen van mensen die we missen, wiens gezichten misschien zachtjes vervagen maar wiens naam we nooit vergeten, we hardop kunnen blijven zeggen. Namen gemaakt van losse letters, zodat we altijd kunnen benoemen van wie we houden en wie we zijn. Thuis moet ik steeds aan haar denken, aan die stille mevrouw en de letter in haar handen. De R van pure chocolade, om nooit meer los te laten.  

Lees meer

Heimwee

Door de ochtendmist klinkt getoeter. Bij het hek van ons huis met de gele luiken stopt de auto van madame Charlottine. Iedere dag rijdt ze de slingerende wegen tussen de weilanden en akkers af om stokbrood en croissantjes te bezorgen. Het raam aan de bijrijderskant wordt opengedraaid, op de stoel ligt de verse voorraad opgestapeld tot boven het dashboard. Pien kiest een baguette, een croissantje en wat pains au chocolat en rent in haar pyjama weer naar binnen. Tijd voor het ontbijt. Binnen brandt de houtkachel, spelen we huisjeboompjebeestje, win ik met sjoelen (!) en pruttelt de stoofschotel de hele dag op het fornuis. We bakken perzikpruimentaart, zoeken kastanjes en gekleurde blaadjes, dwalen over de verlaten wegen en dorpspleinen om ons heen. De lucht ruikt fris, naar naderende kou, naar appeltjes en omgewoelde aarde. In de verte rijdt een tractor, onderweg oude huizen met vergeten verhalen, telefoonpalen met vogeltjes op de lijnen, de kerk waar alleen wij een kaarsje branden. We vieren de herfst in Noord Frankrijk, verdwijnen voor een paar dagen in dit andere leven en het glooiende landschap. Aan het einde van de middag zijn de zonnestralen van goud. We gaan terug naar binnen, naar de kachel, naar de stoof, naar de uren die hier voorbijgaan zonder dat we het merken. In de nacht is het pikzwart en o zo stil. En morgen begint de dag weer met mist. Getoeter. Vers stokbrood.

Lees meer

Acht

Acht jaar geleden trouwden we, met de zon warm, het zand zacht en de zee dichtbij. Met veel feest, zo veel liefde en sterretjes in het donker. Ernst en ik, met iedereen om ons heen, in de nazomer met de mooiste woorden, waaronder deze: Ik steel van je, of zal ik zeggen dat ik leen. je mist het niet. jij plukt de dag daar waar jij ligt. je wijst de weg met kruim. je maakt het huis blij bij de deur, omhelst haast het adres. je veegt de aarde uit ons bed, zoekt mij onder het laken, ziet wie ik ben. voorspelt geluk baadt mij in rust. zo heel jij mij al jaren, geneest mij door te zijn. jij spreekt de taal die ik versta hoort de seizoenen in mijn stem, aan mijn adem wat ik denk. jij kent de kunst van nu en hier. vandaar dat ik je leen, nee spaar, of beter nog: bewaar. Zo heel jij mij van Bart Moeyaert. uit: Gedichten voor gelukkige mensen

Lees meer

De eerste dag

Een tafel met je naam erop, een eigen laatje, potloden, een gum, boekjes en bakjes vol letters en woorden. Je gaat leren lezen, leren schrijven, de verhalen uit je hoofd straks op papier vertellen. Je zusje zit twee lokalen verderop, een andere gang, het andere schoolplein tijdens het spelen. Een klein kleutermeisje met zijdezachte haren en een ernstige blik. Totdat ze moet lachen, dan breekt de zon door, straalt het blauw van haar ogen, glimmen haar wangen van plezier. Vooral als ze jou ziet, haar grote zus waar ze zes zomerweken lang elke dag mee speelde. Nieuwe juffen, nieuwe dagen, nieuwe verhalen. En ik ben thuis, in de stilte na de storm, in de rommel van de afgelopen weken, in het huis waar jullie opeens niet zijn omdat het gewoon weer maandag is. Een maandag met oude verhalen waar ik aan verder werk en meteen in verdwaal. Omdat ze zijn blijven liggen toen het zomer werd, omdat ik niet meer precies weet hoe het ook al weer ging, hoe het ook al weer moet. Ik verdwaal in mijn hoofd en in mijn schriftjes, in het werk dat ik al schreef, in de dingen die ik bedacht en ergens tussen horen. Misschien verdwalen jullie vandaag ook nog wel een beetje, in de klas, in de gang, op het plein, in de uren van de eerste schooldag. Maar dat geeft niet, verdwalen is niet erg. Het is een begin. Een goed begin van heel veel nieuwe dagen en heel veel nieuwe verhalen.

Lees meer

Op het eiland

Het waait, toch lijkt het alsof niets beweegt. Behalve Lucy die naast me nog een keer het duin af koprolt, behalve Pien’s haren die omhoog zweven terwijl ze over het lege strand rent. Het water is donkerblauw, de lucht veel lichter, in de verte grijze wolken in aantocht om de dag te bedekken. Straks. Nu nog niet. In de vroege ochtendzon dwalen we bij de zee, zoeken schelpen, vinden heremietkreeftjes, tekenen in het zand, plukken bloemetjes die op het strand groeien (!) en springen over de golven. We kijken naar de eindeloze wereld die pas ophoudt waar de lucht begint en andersom. Straks gaan we terug naar de tent, aan de andere kant van het duin. Ontbijten, badpakken pakken, het eiland verkennen, spelletjes spelen, konijntjes zoeken en luisteren naar de golven  in de verte. Straks. Nu zijn we hier. Alleen wij die bewegen in de verstildheid van de ochtend. Straks gaan we terug. Nu nog niet.  

Lees meer

Vandaag

De dag is grijs. Het is zo stil, het lijkt alsof iedereen in slaap is gevallen. Vergeten op te staan. Niemand schuurt zijn huis, niemand hamert in de tuin, niemand fietst voorbij. De dag is stil, wacht op de dingen die nog komen, op regen of geen regen, op de slingers voor het feest op het plein, op de eindeloze weken die morgen beginnen. Dit is de dag ertussenin, tussen school en vrij, tussen zon en zomer, tussen doen en laten, tussen blijven of gaan. Dit is de dag die wacht en ik doe mee. Ik wacht op de slingers voor straks, op de dagen zonder einde, op de zee waar we gaan kamperen, op de regen die dan vast niet komt, op de tijd die van ons is. Vandaag wacht ik op de zomer, die morgen begint.  

Lees meer

Liedje

Ik werk nog steeds aan mijn boek, heel vaak en heel veel. Het zit in alles wat ik doe, ook als ik met hele andere dingen bezig ben. Ik kijk, ik denk, ik schrijf, ik verander. Ondertussen krijg ik les over mooie verhalen vertellen en hoe ik daar beter in word. Want het is anders dan mooie reisverhalen vertellen, anders dan alles wat ik ooit heb gedaan. Het is moeilijk, soms niet leuk, maar vaker wel. Het is anders dan wat ik ooit deed en het is alles wat ik het liefste doe. Ik schrijf en ik verander. Ik schrijf en alles verandert. Behalve dit wat ik een jaar geleden ook al schreef en vanochtend weer zag staan: Als mijn boek een liedje is, dan zou het zo klinken. Niet zozeer om wat ze zingt, maar om hoe het klinkt. Tututu van Miss Montreal https://www.youtube.com/watch?v=MSv1gOlcfFE  

Lees meer

Als het avond is

Soms heb ik geen zin om te gaan slapen. Dan is de dag zo kort. Soms wil ik wakker blijven, tussen vandaag en morgen zijn. Als alles stil is en ik luister. Dan hoor ik het zingen in de ochtend, kleine voetjes op de trap, het stampen in de plassen, zachte kusjes op mijn huid, een ballon die knalt, een slinger die van de muur glijdt, ritsen die dichtgaan, het tikken van mijn toetsenbord, een beker die valt, regen die ophoudt, stiften op het papier, kwasten in het water, een zusje dat lacht, de bladzijden van een lievelingsboek, muziekjes voor het slapengaan, de deur die dichtgaat omdat iedereen thuis is. Geluiden van mijn dag. De mooiste stilte om mee in slaap te vallen.

Lees meer

Krant

Pien is trots. ‘Kijk mam, je boek staat op de voorkant van de krant. Jouw boek, door jou geschreven! Je bent superberoemd!’ Zelfs haar wangen stralen. De krant, dat is een krantje vol boeken met heel-veel-procent-korting. Nu nog te krijgen, morgen zijn ze weg.  Door&door in de uitverkoop. De verhalen waar ik eindeloos voor verdwaalde, waarin ik soms kopje onder ging maar ook altijd weer boven kwam, de verhalen die me leerden hoe ik naar de wereld wil kijken, gewoon in de uitverkoop. Ik kijk er liever niet naar. In plaats daarvan blader ik terug in de vele recensies die ik bewaarde en als cadeautje vind ik online zelfs nog een paar nieuwe die ik nog niet eerder las. Onbekende lezers die zich moeiteloos hebben laten betoveren en inspireren, die precies begrijpen waar de verhalen over gaan, die allemaal genieten. Ik denk aan de boekenplanken van al die bekende en onbekende mensen waar mijn verhalen staan, aan de feestjes in de boekwinkel, de woorden die ik vond, de bijzondere door&door-jaren. Ik denk aan het boek dat ik nu schrijf, omdat ik eerst deze vier boeken heb geschreven. En mijn hart begint zachtjes te zingen. Pien heeft gelijk. Ik sta vandaag op de voorkant van de krant. Ik ben trots. En superberoemd.  

Lees meer

Boek

Donderdag, schrijfmijnboek-dag. Over een meisje dat ergens in de duinen woont. Als de wind van zee komt, waaien er zachte pianoklanken tussen de takken van de sinaasappelbomen door. In de schemer, over de stoelen op het plein waar de mensen praten en luisteren. Door de straten van het dorp. De kinderen die buiten spelen, horen het niet eens meer. Het hoort bij het ruisen van de zee, bij het gieren van de wind uit de verte. Zachte klanken, muzikale flarden van vergeten verhalen. Verhalen die voor iedereen anders klinken. Mia hoort ze ook, op haar vensterbank bij het raam. Dan denkt ze aan verhalen van anderen. #voorproefje

Lees meer

Dozen

Lente kriebels, opruimwoede. In plaats van te doen wat ik zou moeten doen, ruim ik de zolder op. Alles moet weg, dacht ik optimistisch toen ik er vanochtend aan begon. Maar inmiddels zit ik al urenlang tussen mijn leven dat uit allerlei dozen te voorschijn komt. De vulpen die ik zo mooi vond, de gloeibeestjes naast mijn bed, mijn bedelarmbandje en een speldje van parijs met een eiffeltorentje dat er nog steeds trouw aan bungelt. Bij elk toegangskaartje, elke rare broche, ieder doosje met prulletjes zie ik mezelf. De kleine Saar, dat meisje dat ik zo goed ken. Haar spullen, waarvan ik, als ik ze weer zie, weer precies weet waarom ze ze bewaarde. Ik moet er van huilen, zomaar ineens. Misschien om alles dat voorbij gaat. Om de plakboeken, om de stapel schriftjes waarin ik leerde schrijven, de tekeningen van zweefmolens en kabouters die ik eindeloos leek te maken. Om het handschrift van mijn moeder, de briefjes van mijn zussen, het doosje dat ik van mijn vader kreeg, om de foto’s van vakanties die ik me ineens weer kan herinneren. Circuskaartjes, zwemabonnementen, zelfgemaakte boeken, dozen vol ansichtkaarten. Allemaal van mij, allemaal mijn leven. Ik moet er van huilen, maar misschien niet omdat het voorbij is. Maar omdat ik het nog heb. Omdat ik in dat kleine meisje dat al die mooie spulletjes bewaarde, mezelf nog steeds herken. Ik gooi wel wat weg, ruim wel wat op. Maar niet alles, sommige dingen gaan gewoon terug in de dozen. Met dank aan mijn o zo lieve moeder, die het zo geduldig voor me bewaarde. Want die kleine Saar en al haar spulletjes, die wil ik af en toe wel weer tegenkomen op donderdagochtend.

Lees meer

Alles

Op vrijdagochtend zitten we op een bankje in Jardin du Luxembourg. Zomaar op een doordeweekse ochtend kijken we samen naar twee meisjes die spelen op de schommels. De geluiden van de stad om ons heen zijn vertrouwd, net als de krakende houten vloeren en de veel te kleine lift van ons tijdelijke huis hier niet zo ver vandaan. We denken aan ons oude huis, hier nog minder ver vandaan. Toen we een paar dagen geleden aan kwamen, liepen we er even langs. De schemer viel al, de lampen van de stad gingen net aan. Rue Duguay Trouin. Als je het niet kent, dan zie je het niet, zomaar een straatje. De grote zware deur van nummer 17 was lila geworden, de lichten op de tweede verdieping waren uit. Niet meer van ons, want onze deur was donkergroen en we hadden de lichten op onze verdieping vast al wel aangedaan als we thuis waren geweest. Niet meer van ons, ander leven, maar dat geeft niet. Want wat ooit ons dagelijks leven was, voelt nu als eindeloos vakantie. Nog een paar nachtjes, dan gaan we weer terug. Naar huis, naar ons leven nu, waar we ook zo veel van houden. Lucy mist haar loopfiets, Pien mist haar school. Maar op dat Franse bankje op die vrijdagochtend, missen wij even helemaal niets. We hebben een huis in Parijs, zon tussen de wolken door, twee meisjes die samen spelen en zeeën van tijd. Daar, op dat bankje, hebben Ernst en ik voor heel even alles.

Lees meer

Vijf

Op de laatste middag van dit jaar lig je even naast me te slapen. Je speelt al de hele week alsof je 7, 8 en 9 tegelijk bent, net als je nichten en je neef hier in ons familie-vakantie-huis. Je gaat te laat naar bed en bent te vroeg weer wakker. Je geniet. Maar je gezichtje wordt steeds bleker en je wangen steeds roder. Op de laatste middag van dit jaar waarin je voor het eerst fietste zonder zijwieltjes, op ballet, zwemles en naar groep 2 ging, jarig was in Zwitserland en speelde in de Deense zee, in de laatste zonnestralen van dat jaar lig jij naast me te slapen. Mooi uitzicht. Want 5 is al heel groot in jouw ogen, maar piepklein in mijn hart.

Lees meer

Decemberlijstjes

Ik moet weg. Er liggen lijstjes klaar met alles dat nog moet gebeuren. De bieb, de winkels, de laatste leesrapporten. Maar mijn hoofd zit vol decembergedachten, herinneringen aan dit jaar dat bijna voorbij is. Ik denk aan de uren bij de zee, de zachte opgedroogde haren na het bad, de stilte na een drukke dag, dansen na het eten, het geschater om grapjes die alleen zij kunnen begrijpen. Aan schommelen in de storm, verjaardagstaarten, regen die ophoudt, aan eindeloos onderweg, plakhandjes in die van mij als ik eigenlijk moet huilen. Aan samen op de scooter, laarzen vol zand, aan met z’n vieren zingen in de auto, aan de winter die maar niet wil komen, aan onze schaduw, die ik zo vaak zie als we door de avondzon naar huis fietsen. Met z’n drieën op één fiets, terwijl er achterop eentje zingt en voorop eentje mee neuriet. Ik mag in het midden en breng ze thuis. Zo was mijn jaar. En er was nog veel meer, natuurlijk was er nog heel veel meer. Dingen die veranderden, verschoven, begonnen of juist eindigden, goed of juist niet goed gingen, het leven weer net een andere kant op stuurden. Er was nog veel meer. Maar het zijn vooral deze dingen waar ik aan denk. Kleine, dagelijkse dingen die mijn leven tot mijn leven maken. Ik moet weg, de andere lijstjes achterna. Maar misschien schijnt de zon vanmiddag wel heel even. Precies als we met z’n drieën naar huis fietsen.

Lees meer

Parijs

In al mijn schriftjes schrijf ik losse regels. Al een week lang probeer ik de woorden te vinden voor die Franse vrijdagavond. Gewoon voor mezelf, schrijven zodat ik het beter begrijp. Maar het lukt niet goed. Ondertussen wordt het zeurende gevoel in mijn hart ingehaald door dagelijks leven. Alles gaat gewoon weer door. Maar 's avonds, als alles stil is, hoor ik het. Zachte ruis, onrust, verdriet. We mailen naar onze mensen daar, ze mailen terug. Ze gaan goed, maar zijn niet meer hetzelfde. Het Parijs van toen wij er woonden, de straten van toen, zijn niet meer hetzelfde. Niet meer helemaal. Maar de gouden koepel van de Dome des Invalides glanst nog steeds in de ochtendzon, de zeilbootjes dobberen onverstoorbaar in de vijver van het Jardin du Luxembourg, de lichtjes van de Eiffeltoren branden weer. Ook nu, nu alles verandert. Voor de zekerheid gaan we even kijken binnenkort. Even zijn waar we zo graag waren. Even terug naar Parijs. Want ook bij dit nieuwe Parijs willen we horen. Soms is liefde voor altijd, wat er ook gebeurt.

Lees meer

Bij de zee

Ergens in de duinen, tussen ouderwetse badhuisjes met blauwe deuren en witte nummers, ligt een speeltuintje in het zand. Je kan er eindeloos schommelen, glijden en graven. Eindeloos blijven zitten, verborgen voor de rest van de wereld. We zijn er even, zomaar in de zon op maandagmorgen. In de verte horen we de golven, want beneden aan de houten trap ligt het strand, ligt de zee. De golven klinken alsof het nog zomer is. Maar de lucht is lichter blauw en op de weg hier naartoe zagen we bomen in alle kleuren. Het is herfst, ergens tussen zomer en winter.  De dagen dat alles zachtjes verandert, van warm naar koud, van buiten naar binnen, de dagen ergens daar tussen in. Omdat alles altijd verandert. Behalve hier, in de speeltuin bij de zee. De schommels zwaaien ook zachtjes heen en weer als er niemand is, als het te koud of te nat is. De golven klinken altijd alsof het zomer is, ook als de lucht grijs is en het strand verlaten. Alles verandert, maar sommige dingen niet. Misschien dat we er daarom wel zo vaak heen gaan.

Lees meer

Zeven

De avondzon schijnt op de hellingen van de Aventijn. Er zingt iemand. Tussen de bomen zien we witte jurken en fotografen, door openstaande kerkdeuren zien we nog meer bruidsparen die getrouwd worden. Zomaar zaterdagmiddag in Rome. Maar niet voor hen daar in de kerk. En niet voor ons hier onder de bomen. We denken aan onze eigen bruiloft, precies zeven jaar geleden. Op een nazomers strand, met de zon zacht, het zand warm en sterretjes in het donker. Zomaar op een zaterdag, zomaar heel veel geluk. Als de schemer valt, rijden we de helling weer af, de stad terug in. Nog even een rondje om het Colosseum, nog even langs de fontein met het azuurblauwe water. Nog even samen onderweg. In het dashboardkastje van de scooter liggen twee paar spiksplinternieuwe gouden glitterschoentjes. Voor straks, als we naar huis gaan. Voor de mooiste souvenirs van deze zeven jaar.

Lees meer

Ovenschotels

Dinsdag is schrijf-mijn-boek-dag. Het verhaal vordert, langzaam maar zeker. Vandaag schreef ik over ovenschotels: De schalen voelden nog warm aan, net uit de oven. De tomaten, tijm en uien geurden kruidig door het folie heen. Thuis zette ik ze in de ijskast en vergat ze weer. Maar het was wel lief wat ze deed. Eten maken als iemand verdrietig is. Iets warms, alsof iemand je even omhelst terwijl je zo alleen bent. #voorproefje

Lees meer

Schrijveres

Pien schrijft. Op tafel ligt Pinkeltje en het grote huis opengeslagen op bladzijde 6 en eromheen liggen stiften in alle kleuren. Maar Pien kiest voor zwart. Want de letters in het boek zijn ook zwart. Op een groot wit papier schrijft ze zeer geduldig (!) de bovenste regel over. De P weet ze allang, de Y is van Lucy en de G is moeilijk. Als je weet wat er staat, kan je het lezen. Ze schrijft een boek, zegt ze. Eerst nog even oefenen met lezen en overschrijven en dan wordt ze later ook ‘schrijveres’. Het lijkt me een goed idee. Schrijven is tenslotte ook veel lezen. Onze Pien. Ze heeft een hart vol liefde en een hoofd vol verhalen. Dat worden geheid bestsellers later.

Lees meer

Tijd

Ik mis de zomer, de vakantie die eindeloos leek te duren en nu toch ineens voorbij is. Ik mis de uren waarin we ons verveelden, de dagen die voorbij vlogen, de warme fietstocht naar het zwembad, de Zweedse regen, het schommelen in de achtertuin, de avonden dat ik even kon schrijven, de moddervoetstapjes op de vloer, de stilte na weer een drukke dag, het spelen bij de zee, de boeken die we lazen, de ijsjes na het eten, het vergeten van de tijd. Ik mis die eindeloze zomerweken. Maar in het normale leven kunnen de lampjes in de achtertuin gelukkig ook aan en onder een grijze lucht schijnen ze zelfs net iets mooier. Er liggen nog ijsjes in de vriezer, er hangt een nieuw balletpakje klaar en de zee is nooit ver weg. Misschien hoeft het geen vakantie meer te zijn om toch soms nog heel even de tijd te vergeten.

Lees meer

Dromen

Dromen over een sommerhus in Denemarken. We doen het. Het liefst een geel huis aan de zee, met een houtkacheltje, houten vloeren en gekleurde stoelen rondom de eettafel. Slaapkamers waar je de zee hoort ruisen vanuit bed, een ijskast met Deense biertjes en witte wijn (meegenomen uit Nederland) en een tuin waar hertjes en een nieuwsgierig konijn 's ochtends even langs rennen. Een huis waar het niet erg is dat er overal een beetje zand ligt, vlakbij een haventje waar je 's ochtends vroeg het water wakker ziet worden. Op een plek waar het altijd een beetje waait, de klaprozen in de berm groeien en je langs de weg versgeplukte kersen en aardbeien kunt kopen en opeten. Een huis waar je wilt blijven en altijd naartoe kan. Een huis waar het altijd vakantie is. We dromen over een sommerhus in Denemarken, ergens aan de zee. Met een steiger in de buurt en hertjes in de tuin. We doen het heus niet echt. Nog niet, misschien wel nooit. Maar dromen mag. Dromen is leuk.  

Lees meer

Onderweg

Vorige week had ik een goed gesprek. Voor het eerst sinds er voorzichtig iets in mijn hoofd begon te bewegen richting het boek dat ik nu schrijf, liet ik het aan iemand lezen. Het is nog niet af, maar het was wel tijd voor een frisse blik en andere ogen. Tijd voor een volgende ronde. En op een warme doordeweekse ochtend hadden we het erover, over wat ik vertel en hoe zij het las. De flarden en beelden uit mijn gedachten krijgen steeds meer vorm, de puzzelstukjes vallen in elkaar. Dat wat er in mijn hoofd zit, komt langzaamaan echt op papier. Nu nog dat wat er in mijn hart zit. Best wel spannend. Maar de moed is goed. En gelukkig heb ik een lange, warme zomer en een stapel lievelings-boeken ter inspiratie om me erbij te helpen.  Vorige week had ik een fijn gesprek. Voor het eerst las iemand mijn verhaal. En voor het eerst sinds ik begon met schrijven aan dit verhaal, voel ik me licht en vol vertrouwen. Ik weet wat me te doen staat, ik ben onderweg. Dank je wel, lieve Monique.

Lees meer

Thuis

Herfst, overal herfst. De bomen hangen horizontaal, de regen komt van alle kanten. Gebogen over mijn stuur fiets ik langs het huis van mijn ouders. Fijn dichtbij, een paar straten fietsen en ik ben er al. Oma’s huis! roept Lucy als we er langs rijden. We zwaaien, ook al kunnen we door de regen niet zien of er iemand voor het keukenraam staat. Het is mijn lievelingshuis, een mooi gek huis dat zo maar los tussen alle keurige huizen staat. Een beetje villa Kakelbont, maar dan zonder paard. Op een warme zomerdag heel lang geleden werd ik er geboren, het vierde meisje op rij. De drie andere meisjes stonden bij de trap te wachten tot ze me eindelijk mochten zien, hun baby-zusje. Vier zusjes in dat grote huis, met rieten matten op de vloer, een altijd geknipte heg en oranje zonneschermen waar je je hoofd aan stoot. Het huis zonder koffiezetapparaat of afwasmachine, met een kelder waar soms een laagje water in staat en een tuin vol met bloemen en een eindeloze vlaggenmast. Er zijn overal kamers, een zijkamertje waar de televisie staat, een achterhuis voor de was, een berghok met alles wat nergens anders een plek heeft, een zolder, een studeerkamer met zacht tapijt, een gele en een rode kamer. Vier zusjes groeiden er op, gingen er weg en kwamen weer terug, komen altijd weer terug. Want het is thuis, ons huis, het huis van mijn ouders. Het huis waar Ernst me kwam halen om te trouwen op het strand, het huis waar Pien en Lucy zo graag zijn en spelen met hun nichtjes en hun neef. Het huis van opa en oma. Het regent zo hard, we gaan even schuilen. Laarzen uit in het achterhuis, jas over de verwarming. Er is thee, de muziek staat zachtjes aan, mijn moeder is er. Het is juni, het is herfst en ik ben thuis.

Lees meer

Soms

Ik zie twee fietsjes in de voortuin, de oranje crêpe-papier (?) wappert aan het stuur en in een van de mandjes ligt een vergeten barbie-schoentje. Binnen zitten twee meisjes vlaflip te eten en ondertussen te bedenken wat er het leukste was vandaag, Koningsdag. Pien zet met stip op nummer één de vlaggetjes op haar wangen, daar verheugde ze zich tenslotte al dagen op en ze mogen er echt niet meer af. Lucy kiest voor de trampoline, de oranje nagellak en toch ook de barbie met het veel te lange haar die we op de rommelmarkt op het Rozenpleintje achter ons huis op de kop tikten. Alledrie op nummer één, dat mag gewoon. Als ze niet een ding zouden noemen, maar een heel lijstje zouden maken, zou die vlaflip er ook zeker op staan, rondjes draaien en dat je jurk dan zo mooi mee beweegt, het koekje met het hartje erop, vleugels die glinsteren, achterstevoren van de glijbaan, keihard fietsen met je vriendjes uit de buurt – wat maken die zijwieltjes nou uit – of eindeloos springen op de trampoline als alle grote kinderen er eindelijk af zijn. Samen verstoppertje spelen, meezingen met Anna en Elsa en Pim en Pom, popcorn eten en op je blote voeten even op straat mogen. Schateren van het lachen. Stralende blauwe ogen. Want zo veel dingen zijn zo leuk. Soms hol ik er achteraan, snap ik er even niets van, maar af en toe zie ik wat zij zien, zie ik die mooi glinsterende kralen aan je eigengemaakte armband, je eigen bord bij het grote ontbijt op school, verven met je vingers en oma helpen met harken van het pas gemaaide gras. Dan zie ik de puzzel die lukt, de lego die je ineens kan bouwen, de ‘twee’ die je kan schrijven. Soms zie ik de maan overdag aan de hemel staan. Omdat Lucy omhoog wijst.

Lees meer

Ga je mee?

Aan de oever van de rivier ligt een guinguette. Meer dan een paar picknicktafels, een keukentje en een dansvloer is het niet. In de winter is de keuken op slot en staan de tafels en de planken van de vloer ergens in een opslag langs de weg. Maar als de lente komt en de dagen langzaam opwarmen, wordt de dansvloer strak gelegd, de tafels opgebouwd en de lampjes in de bomen gehangen. De keuken gaat weer open, geroosterde broodjes kaas op een servetje, friet in een plastic bakje en worstjes - heel veel worstjes - op brood of gewoon los met mosterd en ketchup gaan over de toonbank. Bier, wijn en limonade verdwijnen met liters het terras op. Er zijn schommels om de hele middag op heen en weer te zwaaien en bomen om in te verdwijnen. Er is plek voor iedereen. De oevers zijn drassig en vol met plantjes en stokken, wie zijn roeibootje er aanmeert komt er met moeite en modderige voeten weer uit los. Je kan er de hele dag over het water kijken, naar de bootjes die langs glijden, naar de lucht die altijd anders is en de bomen die alle kanten opwiegen. Naar het water, dat onverstoorbaar voorbij stroomt, langs de rood-met-wit-geblokte tafelkleedjes die aan je benen kriebelen. Hoog in de zomer wordt er tot diep in het donker in het zachte licht van de lampjes aan de bomen gedanst. Er is altijd wel iemand die achter de piano gaat zitten of een accordeon te voorschijn haalt. Er is altijd wel iemand die kan zingen of kan spelen. Er is altijd wel iemand die danst, er is altijd wel iemand die lacht. Eindeloze avonden die de zomer aan elkaar rijgen, de zomer die geruisloos voorbij gaat. Als je in de herfst op de lege oever staat en je ogen dichtdoet, hoor je misschien tussen de bomen nog wel de laatste klanken van die laatste, drukke zomeravond. Of misschien zijn het alvast de eerste klanken van volgend jaar....  

Lees meer

Heimwee

Soms denk ik aan Parijs, aan de lange rij platanen langs de Boulevard St. Germain. Het was onze weg naar huis, als we samen op de scooter de Seine waren overgestoken, reden we via deze drukke boulevard zo naar ons kleine straatje. Achterop bij Ernst, met Pien in mijn buik tussen ons in, deed ik mijn ogen dicht en dan wist ik precies waar we langsreden: de boekwinkel van Gallimard, de kinderkledingwinkel met de allermooiste naam (Tartine & Chocolat) en dan het café met het terras waarvan ik altijd nog van plan was om een keer een hele middag te gaan zitten. Met mijn ogen heel even dicht wist ik precies wanneer het stoplicht kwam en we rechtsaf zouden slaan, voorbij de kleine benzinepomp en de bakker met de lekkerste nougatblokken. Ik voelde de wind langs mijn gezicht en wist dat het zonlicht in vlekjes door het dikke bladerdek van de platanen op de straat viel. Zo meteen slaan we rechts af en dan zijn we er bijna. Soms, als ik heimwee heb, doe ik heel even mijn ogen dicht. Als ik weer opkijk, zie ik voor het huis die roze scooter staan. Hij doet het allang niet meer, maar dat zie je niet. En met mijn ogen dicht rijd ik dan weer heel even onder die Parijse platanen, op weg naar huis.

Lees meer

Zij – deel twee

Een jaar geleden schreef ik over haar – mijn hoofdpersoon - en waar ze zo van houdt. Ze houdt van nog veel meer, weet ik inmiddels: * Van blote voeten op de houten vloer, want zo voelt veilig-thuis. * Ze houdt van vlaggetjes die zorgeloos wapperen in de wind. * Van nieuwe, nog ongelezen boeken. Verhalen die op haar wachten op het nachtkastje. * Ze houdt van rozenlimonade met prik. De smaak van eindeloze middagen bij de zee. * Van hoofdpijn die overgaat, boze buien die verdwijnen, dikke tranen die weg te vegen zijn. * Van Frans wasmiddel dat ruikt naar zachte handdoeken en kleine babies net uit bad – dat ruikt als vakantie in de wasmachine. * Van krakerige oude liedjes op de radio als ze in de schemer naar huis rijdt. * Van zeep die naar sinaasappelbloesem ruikt, van de citroentaart van de bakker om de hoek. * Ze houdt van het woord ‘zomerpudding’. * Van het warme kopje thee, ’s ochtends bij haar bed als ze wakker wordt. * Van lampjes in de achtertuin, van zelfgemaakte liedjes en fietsmanden vol bloemen. Ze lijkt dus nog steeds wel een beetje op mij. Maar inmiddels heeft ze een eigen naam en een eigen verhaal. Heel, heel langzaam komt het op papier, haar verhaal in mijn woorden. Het is nog lang niet af, maar dat komt. En als ik de woorden er even niet voor vind, eet ik gewoon een stukje citroentaart. Of zomerpudding. zie ook www.saarsboekenplank.nl 

Lees meer

Zingen

Pien zingt, achterop de fiets. Over herdertjes en dan iets onverstaanbaars, iedere keer dezelfde regel inclusief lange uithaal. Melodie goed, tekst enigszins twijfelachtig. Maar als ik begin mee te zingen over die nacht waarin die herdertjes dan lagen, houdt ze meteen haar mond. Liever niet mama, het maakt toch niet uit wat ik zing, als ik gewoon wil zingen? Ze heeft gelijk en de rest van de fietstocht luister ik stil naar opera-van-eigen-makelij van achter mijn rug. Haar heldere stem galmt door de schemerige, koude straten op weg naar huis. En ik moet er zo van glimlachen. Zingen omdat je wilt zingen, dan maakt verder even niets wat uit. Zomaar een goed voornemen in deze eerste, winterse dagen van het nieuwe jaar.

Lees meer

Heerlijkheid

Zelfgebakken - aangebrande - pepernootjes, onvermoeibaar zwaaien naar de televisie, dansen op de knarsende, stoffige maar klassieke Sinterklaasplaat, een spoor van waterdruppels van het fonteintje in de wc naar het drinkbakje dat naast het rijtje gezette schoenen bij de haard staat, heel hard zingen voor het slapen gaan, slaperig kapoentjes-geneurie vanuit bed, rondslingerende roze pieten-mutsen tussen de zaterdagmiddag-puinhoop, een platgetrapt chocolademuntje onder de bank. En het allergrootste geluk : een verse wortel in een laarsje maat 22, vol verwachting bij open haard.

Lees meer

Verhaal

Ik schrijf een nieuw verhaal. Of eigenlijk, kleine verhalen die samen een groter verhaal vormen. Ik schrijf dat verhaal en ik vind het o zo moeilijk. In mijn hoofd klopt het allemaal wel, ik weet precies hoe het er voelt, waar het verdriet zit, waar het geluk. Ik weet dat het gaat over klein en stil, over voor altijd anders en over dat wat hetzelfde blijft. Over liefde en geloven, over leven en zijn, over elke dag een beetje, over geluk. Ik weet precies hoe het zal zijn als het af is. Maar buiten mijn hoofd is het een zooitje. Ik schrijf een hoofdstuk dat er helemaal niet in past, weet niet wat ik met die muur vol foto’s moet die ik steeds voor me zie en zoek naar het verhaal achter de geel gestreepte strandtentjes die ik er zo graag in wil hebben. Ik schrijf eigenlijk maar wat. Als het af is, is het vast heel mooi. En het gaat ook vast wel lukken. Maar vandaag misschien niet.

Lees meer

Groen en Glutenvrij

Het gras is te groen en te lang. Zo lang, dat de grasmaaier er verstrikt in raakt en ik met een enorme schaar ons spiksplinternieuwe gazonnetje sprietje voor sprietje moet kortwieken. Tijdens het monotone geknip dwalen mijn gedachten af naar de zomer die zo goed als voorbij is. De zomer waarin Pien zelf leerde schommelen, we altijd wel een slipper kwijt waren en het in sommige weken iedere dag even onweerde. Maar bovenal de zomer waarin we Lucy beter zagen worden, elke dag meer kleur, meer energie, meer Lucy. Het was de zomer waarin we glutenvrije koekjes leerden bakken, bananenbrood maakten en op zoek gingen naar glutenvrije alternatieven. De zomer waarin we elke dag meer leerden over hoe het allemaal moet, zo’n glutenvrij bestaan. Het was de zomer dat alles anders werd. Vanuit de tuin kijk ik naar binnen, waar twee elfjes schaterend door de kamer vliegen en het naar versgebakken brood ruikt. Glutenvrij brood. Buiten hangt de herfst al in de lucht. Dag zomer, waarin we groene maar vooral glutenvrije vingers kregen. We zijn er o zo blij mee.

Lees meer

Vakantie

Ergens tussen de zonnebloemvelden en het water van de Loire staat een huisje met mintgroene luiken. Langs de weg ernaartoe groeien hele bruidsboeketten voor de pluk en in de beschutte tuin staan lavendelstruiken en witte en roze rozen in volle bloei. De rijpe bramen kunnen zo van de struik geproefd worden. Binnen hangt aan de slaapkamerdeur een vrolijk, blauw-geruit uiltje. Als je aan het touwtje bij zijn pootjes trekt, tingelt hij vrolijk over Kortjakje die bijna altijd ziek is. Pien valt al vier jaar in slaap met dat muziekje. Maar nu even niet. Want de uil hangt aan die Franse slaapkamerdeur en wij zijn al weer in Nederland. Ze knikt als we vertellen dat het wel goed komt. Die komt wel terug, weet ze, ofwel zelf gevlogen ofwel voorzien van een paar Franse postzegels. Ze speelt gauw verder, want na een heerlijke week tussen de zonnebloemen logeren we nu in het fijne huis van mijn lieve zus, zwager en nichtjes. Hier voelt het als thuis en uit tegelijk. Vlakbij de zee, de wind waait altijd een beetje in de achtertuin waar twee o zo zachte konijntjes wonen. Zo verlengen we het vakantiegevoel moeiteloos, we fietsen in de zon, spelen met de konijntjes, waaien uit in het zand,  slapen tussen de middag en eten elke dag Nutella. Na een jaar vol nieuw werk, nieuwe boeken, nieuwe plannen, voor-het-eerst-naar-school, nieuw-eten-en-dus-weer-vrolijk-en-gezond, genieten we nu extra van deze dagen die zomaar zonder plan voorbij glijden. Straks weer verder met al dat nieuws. Maar nu doen we even helemaal niets. Vive les vacances!

Lees meer

Wolken

De zon schijnt, een verdwaalde meeuw krijst in de lucht. De gekleurde molentjes waaien zachtjes in de wind. Lekker met water spelen, even in de schaduw in het bos op de schommel en dan door de warmte ijsjes halen. Vanavond bakken we zelfgemaakte pizza en eten we buiten in de tuin. Zomervakantie. Gewoon zo maar een fijne, zomerse dag. Maar als ik mijn ogen dicht doe, zie ik mensen uit de wolken vallen.

Lees meer

Tuin

De laatste oranje vlaggetjes wapperen onwetend-hoopvol in de wind als ik naar huis fiets. Het stormt in de straten, warme wind rukt aan de blaadjes en brengt vlagen harde regen mee. We vegen het water van de schommels en de glijbaan en springen over diepe modderplassen. In de achtertuin bedekken oude, dorre blaadjes lege kuilen, de spinnenwebben zijn niet weg te werken, terwijl het tuinhuisje van vermoeidheid steeds verder in elkaar zakt. Pien vraagt zich af of de herfst al begonnen is en ik weet het niet zeker. Het zou zo maar kunnen. Maar het terras geurt naar wilde aardbeitjes en citroentijm van eigen kweek en de hortensia is rozer dan roze. Lucy begietert iedere dag de vlinderlavendel en Pien zorgt voor de rozemarijn. Tussen al het ouds en viezigs groeit en bloeit dus toch al wel wat zomers. En nog maar heel even, dan ligt er achter ons huis gras om op te picknicken, een recht terras voor koffie-in-de-ochtendzon en staat  daar een fris wit tuinhuisje naast. Dan is er ruimte voor de bbq en hangen er kleine lampjes om tot ‘s avonds laat onder te zitten. Nog heel even. En dan begint de zomer in onze achtertuin.    

Lees meer

Bouquet

Het regent zo hard dat het dak begint te lekken. Paniek op de zolder om de boeken, knipsels en plaatjes, belangrijke papieren en die leuke oude typemachine. Gelukkig kan de loodgieter meteen komen om de boel op te lossen. Vlak voordat ik de deur voor hem opendoe, zie ik op mijn bureau een bouquet-reeks-boek liggen. Instinctief draai ik de zo herkenbare voorkant om, de loodgietmeneer mag natuurlijk niet denken dat ik dat soort boeken lees. Een licht opmerkelijke reactie voor iemand die ondertussen hard bezig is met een verhaal voor diezelfde bouquet-reeks. Volgende week is de deadline voor de schrijf-een-bouquet-wedstrijd en ik doe mee. Na zo veel korte verhalen over verborgen pleinen, stadse zomers en zondagmiddagen in het park begint het te kriebelen voor wat nieuws. Deze wedstrijd komt dus precies op het goede moment, hoog tijd om te leren hoe ik een fictief verhaal van A tot Z moet schrijven. En nog een deadline ook. Ik begon een beetje aarzelend, maar inmiddels ontvouwt het verhaal zich vanzelf onder mijn typende vingers. Geheimen uit het verleden, gebroken harten en verlangende blikken, het mag er allemaal in. Zou het allemaal nog wel goed komen? Gelukkig weet ik dat het altijd goed afloopt - en het is een voorwaarde in het wedstrijdreglement - dus ik schrijf met een gerust hart verder. Misschien win ik. Misschien niet. Het maakt eigenlijk niet zo veel uit. Ik vind het al heel leuk en leerzaam om op deze manier een rond verhaal te leren schrijven. En de bouquet-reeks is eigenlijk gewoon heel erg leuk. Met een iets minder verschrikkelijk omslag mogen ze ook gewoon gezien worden. Zelfs door de loodgieter bij mij op het bureau.

Lees meer

Inspiratie

Deze vind ik heel mooi. Om heel vaak te herlezen, op ieder moment van de dag, zomaar af en toe in je leven: Gooi een steen naar de dag zo ver als je kunt spoel het zout van je huid doof het vuur volg het spoor dat er ligt zoek niet wat er nooit meer is was het zand uit je haar geef een naam aan ieder jaar drink de tranen op je hand zwijg er van erf de ogen van je kind kijk er door koester je geheime hart tot het eind drink wijn denk na lach hard duik diep kom terug Uit: Kom terug van Spinvis.

Lees meer

Feestje

Zo maar een doordeweeks feestje, op woensdagmiddag tussen de lente-regendruppels door. Binnen hangen de slingers en ballonnen, staat de taart en scharrelt een piepklein blond meisje in een feestjurk tussen haar cadeautjes. Een pop, een poppenwagen en spulletjes voor in de keuken. Genoeg om mee te spelen voorlopig. Maar de taart is ook wel interessant. En de chipjes, zijn die al op? Even aan mama’s been plakken, dan krijg ik vast wel wat. O nee, eerst even dat strikje uit mijn haren trekken. Staat vast leuk bij deze jurk, maar zit wel een beetje in de weg. Hé, buiten in de tuin speelt mijn grote zus met mijn nieuwe bal! Dat gaat zomaar niet. Even gillen. Lief, ik krijg hem meteen terug. Weer even binnenspelen, met de ballonnen. Kijken of ik er nog eentje kan laten knallen. Pang! Hmmm ik ben toch best wel moe nu. Op schoot graag, de Gruffalo lezen graag. Nu graag. Het lukt. Nog een chipje? Lukt ook. Jarig zijn is leuk. Twee jaar geleden werd ze geboren, op een warme maandagochtend in mei. Klein, fijn en eigenwijs. Inmiddels houdt ze van boekjes lezen, treinen kijken en tien keer achter elkaar op de roltrap gaan. Van spelen met haar grote zus, van knuffelen en van heel hard gillen als ze haar zin niet krijgt. Ze is nog steeds klein, fijn en zelfs vreselijk eigenwijs. En ze hoort bij ons. Meer dan genoeg reden voor zo'n doordeweeks feestje.      

Lees meer

Hollen

Over de natte stoep huppelen twee hele kleine meisjes. De grootste sleept de kleinste bijna voort, springend van been naar been. De kleinste holt dapper mee, op rode laarsjes driftig stappend in het pad dat de grootste kiest. En die holt maar wat, geen idee waar naartoe of waar vandaan. Gewoon om te hollen, gewoon, om te hollen. Hand in hand, naast elkaar en achter elkaar aan. Hollen omdat je hollen kan. In de straten van Parijs.

Lees meer

Vier

Bijna vier jaar geleden werd ze geboren, op een zonnige dinsdagmorgen in Parijs. Toen we in alle vroegte naar het ziekenhuis scheurden, glinsterde het goud van de Dome des Invalides door de opkomende stralende zon. Een paar uur later was ze er eindelijk, na tien lange dagen extra wachten lag ze in de armen van papa. Ze werd geboren met haar heldere ogen wijd open, ons kleine meisje Pien. Vier jaar, vele verhuizingen en een zusje later, loopt ze op een zonnige dinsdagmorgen met haar hello-kitty rugzak om naar school. Haar vrolijke staartjes dansen in de wind. Ze kletst zoals gewoonlijk honderd-uit, verheugt zich nu al op haar stukje ontbijtkoek voor straks en misschien gaan ze wel weer ‘gympen’! Zondag wordt ze vier. Kleine meisjes worden groot.  

Lees meer

Tweedehands heiligen

Op marktplaats vind ik de volgende advertentie: te koop: verzameling heiligenbeeldjes - conditie: zo goed als nieuw Op de foto is bovenop een grenen kast inderdaad een hele verzameling te zien, Maria met haar mooie lichtblauwe mantel in verschillende soorten en maten, een kleine versie van Sint Catharina, daarachter Sint Antonius met baby op de arm en nog een paar heilige mannen en vrouwen die stil voor zich uitkijken. Wegens ruimtegebrek moeten ze weg.  Een bont gezelschap, met z’n allen bovenop een kast waar ze niet langer kunnen blijven. En zo goed als nieuw, dus zo op te halen en mee te nemen voor een tweede leven. Ik vraag me af wie ze wil kopen, waar ze terechtkomen en of ze bij elkaar zullen blijven. Een voor een in krantenpapier gewikkeld in een kartonnen doos gestapeld of misschien toch gewoon los per stuk verkocht. Wie zou er dan als laatste over blijven, daar op de kast? Afgestoft zien ze er ongetwijfeld nog erg mooi uit, maar zo goed als nieuw, dat zijn ze niet. Nieuw waren ze toen ze werden uitgekozen en gekocht of gekregen, nieuw toen ze mee naar dat huis gingen om een plekje te krijgen. Maar in de jaren die volgden zal er toch af en toe een al dan niet stille gedachte of wens bij hen neer zijn gelegd of een kaarsje zijn gebrand. Even opgetild in een ogenblik van verlangen, verdriet of dankbaarheid. Nooit meer zo goed als nieuw, maar omkleed met leven, liefde en vertrouwen. Na drie weken is de verzameling nog steeds niet verkocht. Ik kan het niet laten en doe een bod. Maar het is te laag en nu staan ze er nog steeds, op die kast op de foto op marktplaats. Ergens ben ik opgelucht, wat moet ik met al die heiligen, wij hebben onze eigen kleine Maria al. Conditie: gebruikt. Ook letterlijk, want haar rechterhandje is er al twee keer opnieuw aangelijmd, gebroken in de vele verhuizingen op weg naar waar we wilden zijn. Maar haar gaan we niet op marktplaats zetten. Nooit niet.

Lees meer

Zij

Heel lang geleden - ik weet niet meer wanneer precies - schreef ik op over wie, als ik ooit/straks/later/misschien/wieweet een roman zou schrijven, dat verhaal dan zou gaan. Wie het zou zijn wist ik nog niet, om haar te leren kennen schreef ik op waar ze van houdt. Op zoek naar iets anders vond ik haar vanochtend terug, in een vergeten document:* Ze houdt van de bloesem voor haar ouderlijk huis. Eerst als de roze, wollige wolken in de bomen en daarna als een donzen dekbed over het gras heen.* Ze houdt van de zoete, zachte geur van perziken. De geur van zomer, van warm en zonder zorgen.* Ze houdt van vochtige, schone was, net uit de machine, klaar om opgehangen te worden. Nattig en fris en schoon.* Ze houdt van de geur van houtvuur, die in je kleren blijft hangen. De geur van voorbije avonden, van geborgenheid en buiten zijn.* Ze houdt van de zee. Van haar onverstoorbare zijn. Van het zand, de ruimte en de horizon.* Ze houdt van de avond. Van de rust en de overzichtelijkheid van de tijd.* Ze houdt van thee, van pioenrozen, van opschrijfboekjes waar je vergeten dingen in terugvindt, schriften en pennen, van boeken, van kommetjes en mooie taartjes. Ze houdt van woorden.* Ze houdt van baby’s die heel hard zuchten. Van kleine kinderen die lachen. Van het rotsvaste vertrouwen van een kinderhand in die van haar.* Ze houdt van het Maria beeldje op de schouw met het kaarsje ervoor. Het maakte van haar huis ooit ook het zijne.* Ze houdt van post en van niet meteen openmaken.* Ze  houdt van hele dikke regendruppels. En van onweer als je binnenzit. Dat overdag de lichten aanmoeten omdat de lucht opeens zo donker wordt.Zij, dat meisje. Ze lijkt misschien wel een beetje op mij..... 

Lees meer

Stil

Aan het einde van een boek is het altijd stil. Na maanden van zoeken, lezen, luisteren, verdwalen en vertellen, na maanden-van-maken, is er even niets. De verhalen waar ik wekenlang in ronddwaalde zijn af en niet meer van mij alleen. Ik ruim de zolder op, doe de was en kijk naar alle andere dingen die nodig moeten, er is van alles te doen. Maar het kan wel even wachten, tot morgen. Vandaag is het, aan het einde van dit boek, gewoon even lekker stil.

Lees meer

Nieuw

Een gestolen uurtje slaap op zondagochtend met de balkondeuren op een kier, frisse wind blaast zachtjes door de kamer. Buiten schijnt de zon, er bloeit roze bloesem in de voortuin. Pien haalt de ballen voorzichtig uit de kerstboom en de engeltjes uit de lamp, de kerstbelletjes gaan van de voordeur. We zijn klaar voor Nieuw. Met fijn Oud in ons hart, vlaggetjes en taart bij de kerstboom ter ere van winterkindje Ernst, kerst en kalkoen in de Brusselse regen, knusse decemberdagen thuis die ongemerkt voorbij gingen bij onze- allermooiste-kerstboom-ooit. Oud en Nieuw met zoveel nichtjes en één neefje, een lange tafel vol lieve familie, voetbal in de modder en vuurwerk tot ver voorbij de horizon. We keren met de donkere dagen van december mee naar binnen en vinden daar veel goeds, feest op allerlei manieren. Maar nu is het januari. De lucht is blauw en in de achtertuin kwetteren vrolijke vogeltjes. Als ik in de schemer van de namiddag nog even met Lucy door de straat fiets, twinkelen en stralen de kerstlichtjes nog in de struiken en op de balkons van de buren, bijna overal staat de kerstboom nog in volle glorie. Behalve bij ons. Bij ons is het al een beetje lente. Tijd voor Nieuw.  

Lees meer

Antwerpen

De nostalgische jukebox speelt op de radio als ik naar huis rijd. Het is vrijdagmiddag op de ring van Antwerpen, in de file met vier - nog warme - wafels en zes flesjes Vedett op de achterbank. Terug naar huis na twee dagen Antwerpen in de snelkookpan. Na een aantal keren op één-dag-heen-en-weer te zijn geweest, is het fijn om in de stad te blijven en het zachtjes donker te zien worden, ’s avonds laat de klok van de kathedraal door de straten te horen galmen. Het is fijn om er wakker te worden en door de frisse, natte straten te wandelen, terwijl de stoepen worden geveegd, de etalageramen gesopt en de kleren in de winkels nog even gauw vers gestreken. Klaar voor een nieuwe Vlaamse dag en ik ben erbij. Ik verdwaal in de mist tussen de hoge bomen en kunstwerken in de betoverende tuinen van het museum Middelheim aan de rand van de stad en drink thee ergens in de Dickens-achtige straatjes in het oude centrum. Op de knusse Vrijdagmarkt luister ik stilletjes naar de ‘sinjoren’ (Antwerpenaren) die hier hun slag komen slaan en driftig op de uitgestalde waar bieden - van oude horloges, fietsbellen, vintage meubels tot tapijten, planten en wat eerste kerstbomen. Ik schuil voor de regen in de zeventiende eeuwse uitgeverij/drukkerij van de familie Plantijn-Moretus, verdwijn onder de Schelde op de stampende houten roltrappen van de Sint Annatunnel en voel de zeewind in de stadse jachthaven. Ik krijg mijn lijstje bijna af, maar de klok slaat al weer. Ik moet naar huis. Tijd om al dat verzamelde Antwerpse moois op te schrijven. Onder het genot van een wafeltje en een Vedett.  Dan moet het zeker lukken.

Lees meer

Appeltaart

Het ruikt naar appeltaart. In huis, in de straat, in de stad, in de hele Bollenstreek. Sinds dit weekend zijn de fruitboomgaarden van de Olmenhorst weer open om een mandje met appels (en peren) te komen vullen. Als we in de namiddagzon tussen de appelbomen lopen, blijken we niet de enige op zoek naar de mooiste appels met frisrode blosjes. Heinde en verre komt hiernaartoe om het eerste rijpe herfstfruit te plukken. Middenin de eindeloze rijen groen vinden we gelukkig nog wat ongeplukte takken. Pien plukt laag, wij hoog, Lucy proeft en keurt. En nu staan er tien kilo appeltjes verwachtingsvol in de keuken. Appeltaart, appelmoes en appelsap, denk ik. Appelcider, denkt Ernst. Het wordt in ieder geval flink appels schillen deze week. www.olmenhorst.nl

Lees meer

Gastenboek

Op reis branden we kaarsjes. Bij Maria, bij Sint Anne of Padre Pio. In afgelegen kerkjes bij een verlaten, afgebladderde heilige of in hele grote Godshuizen, waar tientallen opgepoetste beelden ieder hun eigen nis hebben. We branden kaarsjes voor wie en wat er in ons hart zit, voor het zweempje zegen en de rust die dan heel even overneemt. Bij de Maria in een van de kerkjes waar we ooit binnendwaalden, lag een schrift met een pen,  als een soort gastenboek aan de voeten van de Heilige Maagd. Volgeschreven met berichtjes en bedankjes, met korte levensverhalen, met diepste wensen, verdriet en zorgen. Maar bovenal vol met liefde, zo veel liefde en vertrouwen in die heilige dame die zo eenzaam de ruimte van de kerk in tuurde. Wij hadden ons kaarsje al aangestoken, ergens in een donker hoekje bij onze eigen heilige. Maar zo veel liefde in dat beduimelde schoolschrift, daar hoorde nog een kaarsje bij. En die brandden we, voor al die wensen in dat schrift. Voor al die mensen die hier ook hadden gestaan en hun hart heel even bij hun Maria hadden neergelegd. Dat ene extra kaarsje maakt misschien net het verschil.  

Lees meer

Zomer

Nog even wachten en dan wordt het zomer.  Dan doen we al die dingen waar we zo naar verlangen…. Op blote voeten in het gras lopen, picknicken in de tuin, uren fietsen met zijwieltjes, op slippers naar de winkel, onderweg bloemen plukken, slapen met de ramen open, opdrogen in de warme zon, kersen eten, schaduw zoeken onder de parasol of achterin de tuin, spelen met de waterbaan, tot diep in het donker buiten zitten, leren lopen op het terras, de dag voorbij laten gaan in zand aan zout water. Nog héél even wachten. Straks wordt het zomer. Echt.

Lees meer

Voorproefje

Een van de mooiste plekken waar we kwamen tijdens onze vier dagen BCN-in-snelkookpan. Straks in door&door deel drie, nu alvast hier, om even van te proeven. Tussen chique, ommuurde villa’s en moestuinen ligt een onopvallende toegangspoort. Ouderwetse telefoondraden waaien er zachtjes in de wind boven een hobbelig weggetje van keien. Keien die leiden naar de ingang van het wondermooie Monastir de Pedralbes. Hier wonen sinds 1327 de nonnen van de orde van St. Claire, de vrouwelijke afscheiding van de Franciscanen. Het klooster werd gesticht door koningin Elisenda van Montada, die zichzelf hier terugtrok na de dood van haar man en tussen de muren van het klooster en de kerk begraven ligt. Bijna 700 jaar later wonen hier nog altijd nonnen, twaalf devote dames om precies te zijn. Of eigenlijk wonen ze inmiddels in het gebouw ernaast, maar wie geluk heeft ziet ze nog af en toe op de sprookjesachtige binnenplaats op de mozaïeken bankjes bij de waterput zitten. Tussen de fluitende vogeltjes, de geurende kruiden uit de moestuin en Gotische schaduwen van de namiddagzon. Afgesleten houten treden leiden naar binnen, langs vervaagde, maar nog steeds mooie muurschilderingen. Naar de keuken met de rauwe betonnen wasbakken en de kleurige kasten, waar hier en daar nog een pan of fles staat. Alsof ze gisteravond nog in die pannen stonden te roeren, de dames die hier op deze wonderschone plek hun leven met God leidden. Terug naar buiten. Naar de binnenplaats waar de lavendel bloeit en het heldere geluid van de kerkklokken weerkaatst tegen de berghellingen. In de lucht hangt rust en bezinning. Deze plek aait je ziel.  

Lees meer

Goeds

Mijn blog is eigenlijk niet echt een blog. En ik ben niet echt een blogger. Echte Bloggers schrijven iedere dag en iedereen leest mee over alles wat hen bezighoudt,  wat ze mooi vinden, knutselen, bakken of koken, wat er dagelijks voorbijkomt. Ik schrijf hier hooguit één keer in de maand. Iedere keer anders. Over vakanties, nieuwe boeken-in-de-maak, lente in de lucht of 12 dames op de stoep. De enige rode draad ben ik zelf. Maar meer dan maandelijks kom ik er niet aan toe, er is zoveel anders dat voorgaat. Dus is dit eigenlijk niet echt een blog. Al zou ik dat graag wel willen. Mijn Echte Blog ligt naast mijn bed. Een mooi notitieboekje waar ik iedere avond iets in schrijf, over dat wat ik wil onthouden van de voorbije dag.  * Lucy in haar roodgestreepte strandjurk, waarin ze net een gezellig vuurtorentje lijkt *  Pien die helpt met pannenkoeken bakken op de zoveelste regenachtige koude middag * twee zusjes die zo vrolijk spetteren in het grote bad * Ernst die thuis is en lekkere dingen kookt * thee bij oma * zondagochtend aan de zee * schommelen in de winterzon. Af en toe blader ik terug om te lezen over die kleine dingen, die dagelijksheden waar ik geluk in vind. Ze helpen verdriet te verzachten, onbegrip te kalmeren, het leven te verkleinen op momenten dat dat soms even nodig is. Ik heb dus wel een echte blog. Met maar één lezer. Een blog vol goeds, zo naast mijn bed. Aanrader.

Lees meer

Barcelona

Het podium met de zware rode gordijnen, de houten vloeren en de privé loges doen denken aan een nachtclub in het Barcelona van de jaren twintig, alleen dan zonder de sigarettenrook. Er staat een blonde schone te zingen, begeleid door een band vol keurige mannen. In het dagelijks leven tandarts, notaris en advocaat, de zangeres gaat morgen weer aan de slag in haar eigen apotheek verderop in de stad. Het is afgeladen vol, heel upperclass Barcelona is gekomen om te dansen en te drinken op deze benefietavond voor genodigden. Een avond voor ons-kent-ons, alleen via via kom je binnen. En wij zijn erbij. Meer door&door Barcelona wordt het niet. Van die stad-op-stand fietsen we de berg af, door de middeleeuwse steegjes om in te verdwalen, langs het strand in de zon, de gitaarspelers op straat en terug de berg op, voorbij de vele gekleurde gebouwen met de sierlijke smeedijzeren balkonnetjes waar de Catalaanse vlaggen trots overheen wapperen. We willen roeien in de vijver van het stadspark bij de grote oude kas, flaneren langs de mandarijn- en palmbomen, ochtendkoffie drinken aan elk klein barretje, slenteren over de overdekte markten in iedere buurt, een kaarsje branden in de kerk aan de zee, met blote voeten in het zand naar de stad kijken, die er zo uitnodigend bij ligt. We moeten nog naar het lunapark, naar de tuinen aan de andere kant van de berg, picknicken tussen de zondagse families, zwemmen in het Olympische zwembad, cava drinken met al die mensen die ons zo veel over hun geliefde stad kunnen vertellen. Er is te weinig tijd en te veel stad. We leveren de fietsen in en wandelen nog wat door de laatste uren voordat we weer weggaan. Een vol hoofd en een hart vol Barcelona. Dat wordt een mooie door&door nummer drie.

Lees meer

Bloem

Er hangt een gebloemd porseleinen kop-en-schoteltje op z’n kop boven ons tafeltje.  Een lampenkapje in stijl, we schuilen voor de regen bij Bloem, een piepklein wit winkeltje in de schaduw van dat grote Plein in Den Haag. De taarten komen vers uit de oven en Pien krijgt, op haar eigen verzoek, de bosbessenpannenkoekjes gewoon zonder bosbessen. Met extra veel poedersuiker. Buiten is het grijs en zo nat, maar hier binnen drogen we langzaam op en willen eigenlijk niet meer weg. Pien drinkt frambozenlimonade, Lucy sabbelt aan de plastic dieren die de Bloem-mevrouw voor haar tevoorschijn tovert uit de echte, ouderwetse koekjestrommel. En ik leun achterover en geniet zachtjes. Van deze verregende woensdagochtend, onverwachts verstopt tussen de gebloemde theekopjes, twee zusjes en hun moeder.  Alle drie op hun eigen manier dik tevreden. www.bloemdenhaag.nl

Lees meer

Saharazand

Omdat het zo koud is buiten. Omdat we binnen vakantieplannen maakten, naar warm en zand. Omdat ik me daar vreselijk op verheug en vanochtend ineens dit gedichtje onder een stapel boeken vond. Omdat ik deze zo leuk vind. Vroeger in de zomer hing ik bij een sterke zuidenwind met een glazen potje meters uit het raam. Zo spaarde ik korrels zand van de Sahara. En als ik dan na uren sparen in mijn potje staarde was ik toch een beetje op vakantie. van: Jaap Robben

Lees meer

Sinterklaas

Hij is er weer. Zaterdagmiddag zien we hem het land binnenvaren, met de Pieten, Pakjes en zijn witte Paard. Pien had hem al eerder gezien, op een foto in de krant, op tv bij Dieuwertje Blok en in de etalages van de bakker. Kijk, daar is Sinterklaasje! Is het echt al zo ver, vijf december in aantocht? De dagen lijken sneller te gaan dan wij en de verjaardag van de Goedheiligman leek nog maanden ver van ons vandaan. We stoffen maar gauw de Sintplaat af en halen het grote Sinterklaasboek tevoorschijn. Heen en weer bladeren we, langs de studeerkamer van de Sint en de tandenborstels van de Pietjes, het selecteren van de hulpSinterklazen en het rondbrengen van de pakjes in de sneeuw. Pien vindt de babypietjes het leukst, die in de zandbak van de Pietencrèche spelen en met de thuisblijfpieten de pakjesboot op weg naar Nederland uitzwaaien. In de auto onderweg oefenen we Sinterklaasliedjes en we denken een Pietje te zien in de donkere mist bij de schoorsteen van de buren. Vanochtend lag er een aangevreten worteltje bij de haard en in mijn schoen vond ik een pepernoot  en een klein pakje. Vol verwachting klopt ons hart. Hij is er weer. Het grote Sinterklaasboek

Lees meer

Souvenirs

Ernst moet even naar Parijs. En wie weggaat, neemt cadeautjes mee terug. Dat deed mijn vader vroeger al, veel op reis en bij thuiskomst altijd een feestje bij het openmaken van de koffer. Voor iedereen een klein pakje. Mooie Japanse spiegeltjes of Turks fruit in een kleurig doosje. Ernst zorgt ook voor fijne souvenirs: een dubbelpak Petit Beurre (de Franse Mariabiscuit), zes pakjes bouillonblokjes, ronde suikerklontjes en een fles Le Chat Sensitive. 2,5 liter wasmiddel. Sjouwt hij mee terug in zijn rugzak. Omdat ik het zo lekker vind ruiken. De Fransen fronsen hun wenkbrauwen. Neem je dat mee terug uit hun stad der liefde? Ik ben Dol Blij. Pure romantiek in een rugzak.

Lees meer

Even in Milaan

In het verborgen groen van de hortus van de Pinacoteca di Brera rusten we even uit in de namiddagzon. Ik verheugde me er al op om de zogenaamde geheime deur naar deze tuin te vinden, ergens gelezen in de vele boeken, websites en vooral verhalen van anderen die de stad zo veel beter kennen. Het is pure romantiek om hier langs de Ginko bilobabomen en de tomaten te dwalen, een oase middenin de drukke, warme stad. Op een bankje in de schaduw zit een keurige mevrouw te lezen, terwijl haar man een dutje doet. Ik juich stilletjes. Het zoveelste pareltje voor in het boek, voor in door&door Milaan. Gauw weer door, helm op en scooteren maar. Er wacht nog veel meer en alles zien, dat lijkt onmogelijk. Want waar zijn toch die flamingo’s in die chique achtertuin en die bloemenmarkt op zondag, die bestaat geloof ik ook niet meer. Sommige dingen van het lijstje worden dus weggestreept, maar er komen er zoveel voor in de plaats – de ingetogen hippe straatjes van Solari, de biologische boerderij tussen de stadse huizen, de voetballende oma’s en de binnenplaatsen van de universiteit waar ooit het grote ziekenhuis was. De groene balkons, de aperitivo in iedere bar, de wapperende witte gordijnen in de nazomerwarmte, de koelte in de vele kerken, de parfumbar, de design bakker, de truc voor goedkope opera kaartjes, de roodgeblokte restaurants en de uberhippe conceptstores waar je tussen de pitpoezen van Monza zit te eten, de ronkende ferrari’s en de authentieke gele trammetjes. Er is meer dan genoeg Milaan om over te schrijven. Met een gescheurde, bekladde plattegrond, schriftjes en een hoofd vol stappen we terug het vliegtuig in. Thuis wachten de verhalen van Marina, die in de lente al ging, en haar meer- dan-duizend foto’s die ze toen maakte. Milaan heeft zich zachtjes voor ons ontsloten, de straten voelen steeds bekender, de plekken steeds meer ‘door&door’. Dat wordt mede mogelijk gemaakt door het altijd-zo-thuis-mogen-zijn bij Tessa en Joost in hun heerlijke, hoge huis met al die luiken en door mijn eigen Italiaan van twee meter. Die de scooter het liefst niet had ingeleverd gisterochtend.

Lees meer

Vakantiegevoel

blote voeten in het gras * zonnebrand van vorig jaar * krabbetjes zoeken * tochtjes maken over verlaten landweggetjes * doorslapen (!) * wijd uitgestrekte velden vol aardappelbloemen en graan * zwaaien naar de vuurtoren * pizza’s bakken in de houtoven * overdag in bad * zandkastelen bouwen * bermen vol klaprozen en paarse bloemetjes * iedere ochtend zondagochtend * vliegen vangen * slingers in de kamer * zomer in de lucht, maar regen om de hoek * zand in bed * slapen in de tuin, onder een netje * kijken hoe de druiven groeien * lavendel plukken * onweer in de verte * lekker lezen * emmertjes water halen * kipjes en ananas van de bbq * met z’n vieren op de bank, nergens op weg naartoe * aan de horizon de zee. (en dat allemaal op Flakkee - Zuid Holland….)

Lees meer

Anders

Pien danst op de muziek van het harmonie orkest in de muziektent. De zon schijnt, de eendjes zijn gevoerd en de appelsap is beloofd. Een gewone zondagmiddag. Waarop alles anders is. Want een eindje verderop, daar achter de schommels, ligt een klein zusje, te slapen in de wagen. Het leven van drie, waar we zo aan gewend waren, veranderde ineens en voor altijd. We wisten dat het ging gebeuren en verheugden ons. Maar op wat, dat wisten we niet. En vooral, op wie? Een broertje, een zoon of toch dat zusje, zoals Pien altijd al beweerde. Inmiddels is het huis weer zachtjes aan roze gekleurd en glijden de dagen voorbij met melk, luiers en even bij Pien op schoot. We kunnen ons nauwelijks meer voorstellen dat het ooit anders was, dat ze hier ooit niet hoorde, ons kleine meisje Lucy. Misschien is ze er dan altijd al wel een beetje geweest. In Ernst,  in Pien en in mij. Lucy maakt van ons vier en zo maakt ze alles anders. Groot Geluk.  En niet alleen op zondagmiddag.

Lees meer

Een huis vol

Twaalf totaal onbekende mevrouwen in de hal. Zomaar, op een slaperige hoogzwangere dinsdagochtend, stroomt hier het huis vol. Tot grote verbazing van Pien. En eigenlijk ook van mijzelf. Twaalf - of misschien wel meer, ik kon ze niet zo gauw tellen - middelbare dames met regenjassen en handige tassen. Duidelijk een dagje uit. Druk wijzend en pratend betrapte ik ze even tevoren op de stoep voor ons huis, toen ik de gordijnen opendeed. Over de heg vertelden ze – zussen en schoonzussen op stap -  dat zes van deze dames hier, in ons huis, geboren waren. Ons huis herbergde toen een gezin met twaalf (!) kinderen…Kamers vol opgestapeld kroost dus. Willen ze dan misschien even binnenkijken? Binnen een halve minuut staan ze in de gang en woonkamer te kwetteren. Beneden is alles anders. Het glas-in-lood, de kamer ensuite, allemaal verdwenen. En die tuin, was die altijd al zo klein, giechelden ze. Boven herkennen ze het helemaal. In de kamer waar Pien trots aan alle dames haar roze hobbeleenhoorn en paddenstoelkruk laat zien, zijn de zes geboren. En waar ik nu zit te schrijven, was toen gewoon het schuine dak, met dat randje waar ze op speelden. Ze stralen. Dat ze even binnen hebben mogen kijken is de kers op hun taart van vandaag. Pien en ik zwaaien ze uit. Daar gaan ze, in colonne hier de deur uit, door met de tocht langs het verleden. Naar het grasveldje aan het einde van de straat, waar ze ooit hadden moeten wachten tot ze werden gehaald om het jongste zusje – ‘dat ben ik!’ roept een van de grijze dames vrolijk - te mogen komen bekijken, pas geboren. Het grasveldje waar Pien nu zo graag gaat schommelen. Lang leve ons oude huis, waar we gelukkig niet met veertien, maar hopelijk heel binnenkort met vier wonen. Oude huizen met verhalen. Die dan ineens in twaalfvoud voor je deur staan….

Lees meer

Geluk

Morgenavond is het boekennacht in Amsterdam. Het thema is geluk. Hier een beetje dinsdagmiddag-geluk, op weg naar de brievenbus: Jas aan, schoenen aan. Even lekker goed op stampen en binnen alvast even twee rondjes door de kamer rennen. Fiets mee? Of kar mee? Fiets dit keer. Linksom of rechtsom? Links liggen meer losse steentjes voor het verzamelen. Links dus. Ho stop, een takje! Even mee spelen. Stok niet mee? Dag stok! Stukje fietsen. Stukje fiets duwen. Steentjes! Eentje in elke zak. Maar welke dan? Even fietsen weer. Ha, een auto. Hallo! Hallo meneer! Even rennen. Terugrennen, fiets mee nu. Poes! Dag poes! Poes aaien? Oe, toch wel eng. Fietsen maar dan. Bocht om. Niet de kant die mama op wil, deze kant is veel leuker. En zijn de schommels niet gewoon rechtdoor? Even gillen om de schommel. Niet gelukt. Dan maar fietsen. Of even rennen. Mooie voordeur! En daar, de huisjes voor de auto’s (=garages). Auto in? O nee, niet zo maar op straat stappen. Hé steentjes! En zand! Steentjes laten liggen? Voor een ander kindje. Oké. Maar zand betekent graafmachine. Ja, daar!! Oeh, graafmachine. Grote wielen! Zwaaien naar de graafmachine. Nog even kijken. En nog even. Dag graafmachine! Even racen op de fiets. Ah, daar is de brievenbus al. Hé, veel te hoog, past niet, zo kan ik er niet bij, ik wil zelf de brieven erin doen. Zelf! Oh, mama tilt me op! Nog een keer! En nog een keer! Dag brief! En nu gauw achter die graafmachine aan. Mmm, die is al weg. Maar daar ligt een hoopje keitjes, kan ik wel even naartoe rennen. Fiets even laten staan. Mama, kom! Dat was de heenweg. Drie kwartier doen we er ongeveer over, die vijftig meter naar de brievenbus. Een tochtje boordevol geluk. Want het geluk ligt op straat, als je maar goed om je heen kijkt. Geluk in kleine dingen. En voor ons, geluk in kleine Pien.

Lees meer

Bijna lente

Naast mijn bureau op zolder staat een doos vol boeken. De een nog mooier dan de andere, terwijl ze allemaal hetzelfde zijn. Op de koudste, witste winterdag van het jaar vierden we er een feestje voor in de boekhandel hier om de hoek, met macarons, champagne en een klein meisje in een jurk vol Eiffeltorens. Vlak daarvoor vertrok ik met een paar journalisten voor een dag in de trein heen-en-weer naar Parijs, om ze mee te nemen naar daar waar het boek over vertelt. Tussen de regenbuien door fietsten we door kleine straatjes en langs de Seine, we gingen natuurlijk even naar de markt en aten taartjes met rozenblaadjes en verse frambozen. We deden door&door Parijs. Er wordt over geschreven in de bladen en kranten, zelfs bij de Belgse buren, er zijn wedstrijden waarbij je het boek kan winnen en mooie blogs die er uitgebreid aandacht aan besteden. Het staat nu vast ook bij mensen in de boekenkast die ik helemaal niet ken. Een wonderlijk idee, dat mijn verhalen bij zomaar-mensen in de tas kunnen zitten. En dat 'ze' ze nog nog mooi vinden ook. Wonderlijk, maar vooral heel leuk en bijzonder. Ondertussen liggen er nieuwe boeken te wachten, we gingen naar Milaan voor eerste inspiratie. Het was er vooral Heel Koud, dus we zagen veel dames in vast hele warme bontjassen, hondjes met vestjes aan, maar ook mooi opgedofte politieagenten die lekker stonden te windowshoppen tijdens de uitverkoop en Ferrari’s die driedubbel geparkeerd stonden, maar toch geen boete zouden krijgen want het zijn tenslotte Ferrari’s. Is dat door&door Milaan? Het is in ieder geval een mooi begin. Terug in Leiden wachten we op de lente, die ergens achter die grijze luchten moet hangen. Er zit nog geen vers blaadje aan de bomen, maar de vogels fluiten elke dag al een beetje harder. Tijd voor nieuw, voor de ramen en de jassen open. Tijd voor verse boeken en straks, in mei, tijd voor een nieuw mens erbij. Laat die lente maar komen.

Lees meer

Reisopdracht

Deze vind ik mooi. Over bang, maar vooral juist over dapper zijn. Over soms diep ademhalen en het gewoon maar doen. Al jaren zit dit gedichtje tussen de bekleding van mijn koffer geschoven en soms vind ik het weer, als ik inpak voor een reis ver weg of gewoon dichtbij, naar bekend of onbekend gebied. Het maakt niet uit waar naartoe. Soms is het spannend. En dreigt er regen. Maar ik hou van regen. Zeg ik dan. En dan voel ik me heel dapper. en als je weggaat… regen, er dreigt regen, storm blaast zand over de wegen, men moet z’n ogen beschermen. angstige vogels zwermen boven het land. de lucht is zwart …zeg langzaam: Ik hou van regen. Ik hou van storm. Ik ben niet bang. van: Riekus Waskowsky  

Lees meer

Vergeten dingen

Toen Ernst in een ver verleden naar de Scheveningse postzegel verhuisde – o zo romantisch, maar o zo klein - kon hij behalve zijn kleding en de wereldbolbar nauwelijks iets meenemen. De rest van zijn bestaan pakten we in dozen en brachten we naar een opslagbox ergens verlaten langs de snelweg. Toen we een jaar later richting Frankrijk vertrokken, vulden we de rest van die box met alle spullen waar geen plaats voor zou zijn in Parijs. Pas afgelopen zondag maakten we de piepende en knarsende deur weer open van dit domein vol vergeten spullen. Sommige dingen wisten we nog – de kroonluchter, het kastje en de onhandige vazen. Ik had al zitten broeden op al die andere spullen die echt niet meer mee hoefden en we zo naar het grof vuil konden kieperen, we hadden het toch allemaal niet echt gemist? Maar elke doos blijkt een cadeautje, een pakketje herinneringen, stapels dierbare boeken, dingen uit verre verledens en andere tijden. We vinden brieven, kaarten, dingen die nergens meer voor zijn maar nooit weg mogen. In elke doos zit een stukje van het voorbije leven. Van bergen foto’s, verloren gewaande slippers tot de koekjestrommel gevuld met duizenden Douwe Egberts punten. O ja, die spaarde ik! Slechts twee vazen, een mottig dekentje en de frituurpan hebben de selectie niet overleefd. Die breng ik morgen naar de gemeentewerf. De rest staat veilig op zolder. Nog wel in dozen, dat uitpakken dat komt. Af en toe maak ik er weer eentje open, even kijken wat ik vind. Dan rommel ik er in, haal er wat uit en stop het weer terug, want ik weet nog niet waar het allemaal moet. Maar dat maakt niet uit, we zijn weer compleet!

Lees meer

De luchtbel aan het hertenkamp

Ergens op weg van Oegstgeest naar Leiden, daar wonen we. Het is postcode Leiden en dus wonen we in de stad. Maar wie de straat binnenrijdt, weet meteen dat dat eigenlijk niet waar is. Al hadden we het gewild, het leven is hier inderdaad niet zo stads. De bakker maakt hier geen reclame met huis-aan-huis flyers, maar hangt aan iedere deurknop een gezellig plastic tasje met daarin een versgebakken krentenbrood. Gewoon, zodat je op je gemak kunt proeven. Iedere laatste week van de maand rijdt er een ijscowagen door de straat, stapvoets, met een vrolijk melodietje dat veel te hard uit de luidsprekers schalt. In mijn verbeelding rennen de kinderen het huis uit om met hun hard gespaarde zakgeld dat overheerlijke ijsje van die zo lang verwachte  ijscoman te kunnen halen. Dat de wagen altijd na een tergend langzaam ritje onverrichter zake de hoek omslaat, doet er eigenlijk niet toe. Op Koninginnedag is er een rommelmarkt waar de kinderen uit de buurt onderling hun speelgoed ruilen, op drie oktober maakt een aantal ijverige buurtgenoten grote pannen hutspot en schuift iedereen op straat aan met eigen stoel, mes en vork om gezamenlijk het ontzet van ‘onze stad’ te vieren. De geluiden van de kermis even verderop gieren een paar avonden door de achtertuinen en we voelen ons dan heel stads. Maar dat duurt maar even, dan keert de rust terug en komt de bakker weer langs met verse appeltaartjes voor de proef. Het bevalt wel, dat dorpse onder stadse postcode. Het enige dat we  van onze vorige stad missen is de kinderboerderij, die tussen al het Amsterdams beton ingeklemd stond. Een modderige oase waar de kipjes onbevangen rondscharrelden en je de konijnen zelf mocht voeren. Hoe zou het daar met die konijnen gaan nu het kouder wordt? Met die kippen met sokjes van veren, de troep geitjes en met onze favoriet, de Californische kuifkwartel? Die moeten toch nu wel ergens lekker warm binnen zijn gezet om de winter te overleven? Gelukkig wonen we hier niet ver van een hertenfamilie, twee pauwen en toch ook wel aardig wat konijntjes. Niet zo leuk als die kuifkwartel, maar het kan er mee door en bovendien is hier een theehuis bij waar ze pannenkoeken bakken. Op zaterdagmiddag dus eerst even schommelen bij de hertjes en dan een pannenkoek met stroop eten. Dat klinkt niet stads. En dat is het ook niet. We wonen tenslotte in die vijf straten tussen Oegstgeest en Leiden, waar dorp nog niet helemaal stad is geworden. Onze luchtbel aan het hertenkamp.

Lees meer

Door en door Parijs

Het allereerste zaadje voor mijn boek over Parijs werd gezaaid op onze huwelijksreis in Portugal. Vers getrouwd  zaten we daar overal op bankjes in willekeurige parken. Hand in hand, als een bejaard echtpaartje, wat we later hopen te zijn. Te lezen, te lunchen of gewoon te kijken, te kijken naar de Portugezen in hun dagelijkse bestaan. Ze kwamen allemaal voorbij, de mensen zonder haast, de mensen met, puberportugezen, jonge ouders met kleine babies of drukke kleuters, iedereen die ergens op weg naartoe was. We zagen ze allemaal en hadden het gevoel dat we er zo een beetje bij hoorden, daar op ons bankje in het park. In Parijs zaten we ook vaak op bankjes onderweg, maar vooral veel op de stoelen in onze achtertuin – Jardin du Luxembourg. Tout Paris kwam er voorbij. En wij hadden alle tijd om naar ze te kijken, want we bleven geen twee weken, maar anderhalf jaar. We zagen de bomen groen worden in de lente, we voelden de zomerse hitte, zagen de stad leeglopen in augustus en in september weer volstromen. De blaadjes werden rood en vielen en daarna zagen we overal in de stad de feestlichtjes aangaan. We keken niet meer alleen, we hoorden erbij, de stad was van ons. En helemaal toen onze Pien werd geboren en we zelf ook die jonge ouders met nieuwe kinderwagen waren, die voorzichtig en o zo trots het eerste ommetje in het park maakten. Niet lang na dat eerste ommetje vertrokken we. Maar Parijs namen we mee, die  Franse stad zit in ons Hollandse hart. We hoeven niet meer daar op een bankje te zitten om te weten hoe het er is, hoe het er voelt en hoe het er morgen zal zijn. Op die bankjes ontstonden de verhalen over de stad, de verhalen voor het boek over Parijs. Dat boek is nu bijna, bijna echt af. Ons Parijs zit erin, voor iedereen te lees. Ernst is trots en ik ben blij. En een heel, heel klein beetje verdrietig. Omdat ik nu écht van dat Parijse bankje af moet komen en de stad moet laten voor wat ze voor ons is geweest. Dat mag ook wel, we zijn al een jaar terug. Maar stiekem was het heerlijk om verplicht die Parijse straten in mijn hoofd door te blijven lopen om de boel af te schrijven. En het is helemaal heerlijk dat die verhalen mét waanzinnig mooie foto's half januari in de winkel liggen. Door en door Parijs, ons Parijs voor iedereen!

Lees meer

Het is leuk in Leiden. Met uitzicht op de grote groene boom en de achterburen met schort om in de keuken (wat zouden ze voor lekkers maken?) zit ik achter mijn bureau op zolder. Nog tussen de dozen, maar het bureau staat en internet doet het. Nu eerst dat Parijsboek afschrijven. Dan komt de rest vanzelf.

Lees meer

What’s in a name?

Bij het oriënteren op de voor ons allermooiste vloer mompelden we iets tegen elkaar over ‘een stoere vloer’, Ernst besloot dat dan maar te googelen et voilà, we vonden stoerevloeren.nl, een duidelijke naam alwaar een ambachtelijk mens achter schuilgaat die waanzinnig mooie vloeren maakt en legt. Het bedrijf waar ik, via Marktplaats, onze geheel-bij-de-sfeer-van-het-huis-passende deurklinken koop, heet Missing Klink (écht!). Het Juiste Tapijt voor op de trap vinden we bij, hoe kan het anders, CarpetRight. We slagen dus vooral op letterlijk en overzichtelijk. Een beetje aarzelend gingen we dan ook vorige week de bekendste slager van Oegstgeest binnen. We houden inmiddels van letterlijk en overzichtelijk. Zou het dan wel goed komen bij Slagerij van der Zalm?

Lees meer

Wonen is een werkwoord

Ramen open, de zon ligt op de vensterbank. Als ik even boodschappen doe, aait de warme lucht zachtjes mijn blote armen. Zou dit dan toch die zomer zijn? Een stille maandagochtend, weinig mail en eindelijk rust en tijd om aan het werk te gaan. Rust en tijd, die zijn ver te zoeken deze weken. Aannemers, elektriciens, schilders, vochtmeneren, stukadoors en keukenzetters lopen overal doorheen; door mijn agenda, mijn hoofd, mijn tijd en bovenal door ons mooie, nieuwe huis. We zijn vaste klant bij de Gamma, we schuren, kitten, sauzen, schilderen en helpen mee met de vloer. Ernst werkt en probeert ondertussen ook nog papers te schrijven en tentamen te doen. Ik rijd af en aan voor de verbouwing, sta met één been in Leiden, één in Oegstgeest en één in Amsterdam en vergeet ervan over Parijs te schrijven. Pien is druk in de weer met smurfen, bakjes en Bumba, loopt al heel hard, kletst en zwaait naar iedereen en wordt elke dag meer mens. Iedereen druk dus. Over iets meer dan twee weken verhuizen we. Daar gaan we, met z’n drie naar ons Grote-Mensen-Huis met trap, tuin en eigen voordeur. Ons huis waar we nu al niet meer weg willen, terwijl het er nog een chaos van stof, verfblikken en draden is. Maar de muren zijn al wit, de open haard is bijna droog en deze week puzzelt een heuse vakidioot onze houten vloer in elkaar. Nog maar twee weken, dan gaan we naar Huis. https://www.saarsboekenplank.nl/het-woonboek/

Lees meer

Abonneer je op m'n blog

Enter your email address to subscribe to this blog and receive notifications of new posts by email.

Voeg je bij 1 andere abonnee