Dag vlinders op mijn armen,
aardbeien in jouw hand,
dag zee in jullie ogen.
Dag
meisjes
op het strand.
Dag roze lucht,
wind die bleef waaien
dag alle dagen ijs.
Dag natte haren,
rode wangen,
dag
allemaal
op reis.
Dag heuvels in de verte,
abrikozen voor de taart,
dag caramel voor onderweg,
dag
leven
in een ansichtkaart.
Dag blote voeten,
vieze handen,
dag schrammen
van de bramenpluk,
dag Maria
langs de wegen,
dag
zelfgemaakt geluk.
Dag slaperige dagen,
dag dagen zonder tijd.
Dag
zachte zomer
vol met liefde.
Ik ben
mijn slippers kwijt.
Mooi Saar.
‘leven in een ansichtkaart’. Mooi.
Verrassend slot.