Op vrijdagochtend zitten we op een bankje in Jardin du Luxembourg. Zomaar op een doordeweekse ochtend kijken we samen naar twee meisjes die spelen op de schommels. De geluiden van de stad om ons heen zijn vertrouwd, net als de krakende houten vloeren en de veel te kleine lift van ons tijdelijke huis hier niet zo ver vandaan. We denken aan ons oude huis, hier nog minder ver vandaan.
Toen we een paar dagen geleden aan kwamen, liepen we er even langs. De schemer viel al, de lampen van de stad gingen net aan. Rue Duguay Trouin. Als je het niet kent, dan zie je het niet, zomaar een straatje. De grote zware deur van nummer 17 was lila geworden, de lichten op de tweede verdieping waren uit. Niet meer van ons, want onze deur was donkergroen en we hadden de lichten op onze verdieping vast al wel aangedaan als we thuis waren geweest. Niet meer van ons, ander leven, maar dat geeft niet. Want wat ooit ons dagelijks leven was, voelt nu als eindeloos vakantie. Nog een paar nachtjes, dan gaan we weer terug. Naar huis, naar ons leven nu, waar we ook zo veel van houden. Lucy mist haar loopfiets, Pien mist haar school.
Maar op dat Franse bankje op die vrijdagochtend, missen wij even helemaal niets. We hebben een huis in Parijs, zon tussen de wolken door, twee meisjes die samen spelen en zeeën van tijd. Daar, op dat bankje, hebben Ernst en ik voor heel even alles.
Lieve Saar, Ontroerend mooi. Mamma.
Date: Thu, 4 Feb 2016 08:48:52 +0000 To: joanbreimerbavinck@hotmail.com